Nederlandse goudvoorraad vertrekt met ruime omweg naar Zeist
ZEIST/HAARLEM - Het goud en de geldbiljetten van De Nederlandsche Bank verlaten vanavond voorgoed het bankkantoor in Amsterdam. De voorraad van onder meer bijna 200 ton aan goudbaren - ter waarde van zo'n tien miljard euro - wordt tijdelijk opgeslagen in Haarlem en komt in 2023 naar Zeist, waar ze permanent zal worden opgeslagen.
De opslag in Amsterdam zorgt door de strenge beveiliging al langere tijd voor belemmeringen waar 1600 DNB-medewerkers, honderden bezoekers en de omwonenden last van hebben. Ook de waardetransporten van en naar het drukke centrum van de hoofdstad zijn logistiek niet praktisch. Daarom laat DNB in Zeist een zogenoemd cashcentrum met een grote kluis bouwen.
Het nieuwe 'geldpakhuis' van de Nederlandse staat komt op een stuk Defensiegrond op Camp New Amsterdam bij de voormalige vliegbasis Soesterberg. DNB mag daar zestig jaar gebruik van maken. Ook bij de verhuizing van vanavond zijn militairen van Defensie betrokken.
Omdat het DNB-kantoor in Amsterdam wordt verbouwd gaat de uiterst waardevolle voorraad voorlopig naar de kluizen van de voormalige drukkerij van Joh. Enschedé. Hoeveel geld en goud er precies in Zeist komt te liggen is geheim. Ongeveer twee derde van de Nederlandse goudvoorraad is overigens opgeslagen in het buitenland. Een deel van het goud ligt bij de Amerikaanse Federal Reserve in New York. Een ander deel ligt in Canada en het Verenigd Koninkrijk.
