Trotse Veenendaalse vrachtwagenbouwer gaat terug naar zijn roots

VEENENDAAL - Het is een heel kleine fabriek, die van Ginaf in Veenendaal. Maar in de Nederlandse truck-wereld is het merk een fenomeen. De Veense vrachtwagens worden door chauffeurs vaak omschreven als 'heel dik', en dat is een compliment van formaat.
Het bedrijf werd in 1948 opgericht door de broers Van Ginkel. Net als Van Doorne, die zijn bedrijf Doorne's Auto Fabrieken, oftewel DAF noemde, gaven de broers hun fabriek de naam Ginaf. Toen zo'n vijftien jaar geleden de bankencrisis uitbrak en vervolgens de bouwwereld op zijn gat ging, kreeg ook Ginaf het moeilijk. In 2011 ging het bedrijf failliet. De redding kwam uit China, het bedrijf CHTC nam Ginaf over.

Zware vrachtwagens

Het bedrijf begeeft zich in een hele kleine gespecialiseerde markt. Het bedrijf bouwt vrachtauto's voor de Nederlandse markt. Dat heeft alles te maken met de wetgeving. In Europa mogen vrachtwagens met lading maximaal 40-duizend kilo wegen. In Nederland mag je met 50 ton op weg. Er is één voorwaarde, de maximale druk mag slechts 10 ton per as zijn. En dat betekent dat zware vrachtwagens voor de Nederlandse markt omgebouwd moeten worden, er moet een extra as op. En daar zijn ze in Veenendaal in gespecialiseerd, ze leveren maatwerk precies zoals de klant de vrachtauto wil hebben.
We willen ons weer focussen op de Nederlandse markt
Roeland van der Woude, Algemeen directeur Ginaf
De Chinese eigenaren zagen dat echter anders, die wilde met Ginaf Europa gaan veroveren. Er werd een nieuwe vrachtwagen ontwikkeld, speciaal voor de mijnbouw. Maar het product werd geen groot succes. Roeland van der Woude is inmiddels de nieuwe algemeen directeur: "De Chinese eigenaren hebben keuzes gemaakt om meer voor 'mining-voertuigen' te gaan. En om afstand te nemen van de klassieke Ginaf-producten." Toen dat niet goed ging wilde CHTC weer van Ginaf af. Het management kocht het bedrijf, met behulp van een familielid van één van hen.
Ginaf-vrachtwagen
Ginaf-vrachtwagen © Marc van Rossum du Chattel

Trots

Het bedrijf is inmiddels weer 100% hollands en kiest direct weer zijn eigen weg. Van der Woude: "Wij willen ons weer focussen op de Nederlandse markt. Daar zitten de eindgebruikers die wij ons maatwerk kunnen leveren." Naast de maatwerkproducten voor de bouw, wil het bedrijf zich ook gaan toeleggen op elektrisch aangedreven vrachtwagens. Steden als Utrecht verbieden dieseltrucks al per 2025. Op het gebied van elektrische bouwtrucks is er dus veel te winnen. In Veenendaal zijn ze klaar voor die toekomst en daar zijn ze best trots op.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.