Botterstichting Bunschoten blij met coronasteun van gemeente, maar water staat nog steeds aan de lippen

© RTV Utrecht
BUNSCHOTEN-SPAKENBURG - De gemeenteraad van Bunschoten heeft gisteravond unaniem ingestemd met een eenmalige subsidieregeling van 80.000 euro voor het varend erfgoed in het dorp. Het geld gaat naar de Stichting Behoud Museumhaven Spakenburg (SBMS), die het geld moet verdelen voor noodzakelijk onderhoud van de botters. "De gemeente toont nu ballen en voegt de daad bij het woord", stelt Marc Schoonebeek, voorzitter van de SBMS.
De stichting is samen met De Bruine Vloot en lokaal VVV-kantoor Hecht Spakenburg, dat gisteravond ook een subsidie van 21.000 euro toegekend kreeg, al sinds de zomer met de gemeente in gesprek om tot steunmaatregelen te komen. De botters in het dorp zijn namelijk erg onderhoudsintensief en moeten jaarlijks voor minimaal 10.000 euro vertimmerd worden om ze in de vaart te kunnen houden. De particulieren die een botter hebben of zij die een botter in een stichting hebben ondergebracht zijn ieder jaar afhankelijk van verhuur, evenementen en sponsoren om de boot te kunnen onderhouden.
De botters konden vorig jaar pas vanaf de zomer vaartochten maken, terwijl het vaarseizoen normaal in maart begint

'Gestreste eigenaren'

En juist op die gebieden zagen bottereigenaren afgelopen jaar de geldkraan dichtgaan. "Er zijn zeker een aantal behoorlijk gestreste eigenaren", stelt Schoonebeek. "Afscheid nemen van het schip is dan soms de meest goedkope en enige oplossing." De SBMS schat dat de totale derving van de botters op dit moment tussen de 375.000 en 450.000 euro ligt, zonder dat de inkomsten van de scheepstimmerwerf daarbij zijn meegenomen. De gemeentelijke subsidie lijkt daarmee vooralsnog een druppel op een gloeiende plaat.
Zeer zeker is de nood hoog
Marc Schoonebeek, voorzitter SBMS
Toch is het geld hard nodig, want de botters en hun eigenaren wachtten al maanden op steun. Eind augustus maakte cultuurminister Ingrid van Engelshoven bekend 15 miljoen euro uit te trekken voor varend erfgoed in Nederland, maar daarvan is nog niets uitgegeven. En toen de provincie in oktober twee weken lang een overbruggingsregeling openstelde, keurde het van de negen Bunschotense aanvragen ter waarde van in totaal bijna drie ton slechts één aanvraag van zo'n 10.000 euro goed: net genoeg voor het onderhoud van één botter.

Binnenkort waarschijnlijk meer geld beschikbaar

De SBMS ving ook bot toen het bij de provincie een gezamenlijke aanvraag voor het maximale subsidiebedrag van 200.000 euro voor de gehele bruine vloot indiende. Volgens de provincie had dat alleen gekund als de stichting door elke individuele bottereigenaar gemachtigd was. Daarvoor ontbraken de papieren. "Maar nu is er veel meer wederzijds begrip", stelt Schoonebeek. "Als de tweede formele openstelling aangekondigd wordt, gaan we weer een aanvraag doen."
Met covid vallen geen afspraken te maken
Marc Schoonebeek, voorzitter SBMS
De verwachting is namelijk dat er binnenkort meer geld beschikbaar komt. Op provinciaal niveau is bepaald dat het eerste steunpakket begin februari opnieuw opengesteld wordt, nu veel bottereigenaren in oktober buiten de boot vielen. Ook staat de evaluatie van dat eerste steunpakket begin februari gepland en hoe het vervolg vormgegeven moet worden. Dat de provincie voor meer steun voor de sector pleit, blijkt wel uit de in november unaniem aangenomen motie 'Houd de wind in de zeilen'. Daarnaast gaat de regeling met de beloofde 15 miljoen euro van het Rijk als het goed is ook nog dit kwartaal van start.

'Gemeente wil verder optrekken met provincie en Rijksoverheid'

Naast de 80.000 euro stelt de gemeente nog eens 39.000 euro aan cofinanciering beschikbaar als de provincie ook dit jaar tot provinciale steunmaatregelen komt. "De gemeente gaat daarbij uit van het samen kunnen optrekken met de provincie en het Rijk in het behouden van, en het financieel ondersteunen van, cultuurhistorisch waardevol varend erfgoed", laat verantwoordelijk wethouder Peter van Asselt (CDA) weten.
"Zeer zeker is de nood hoog", stelt Schoonebeek, die nog niet weet of er met de start van het vaarseizoen in maart weer gevaren kan worden. "Op dit moment heerst covid nog steeds en daar vallen geen afspraken mee te maken. Laten we niet teveel op de zaken vooruitlopen, maar als de provincie de tweede openstelling in april doet weten we al veel beter of we kunnen gaan varen en of we nog meer steun nodig hebben. Dat is voor ons een mooi meetpunt dit kalenderjaar."

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.