Ongekende belangstelling voor vogels spotten in eigen tuin

Hanne Tersmette van de Vogelbescherming is enthousiast over alle meldingen die worden gedaan: "We zijn het hele weekend al trending topic op twitter. Het gaat erom dat mensen oog krijgen voor wat er in hun tuin leeft en het is echt geweldig om te merken dat er zoveel mensen meedoen."

De Nationale Tuinvogeltelling is in 2001 in het leven geroepen om mensen enthousiast te maken voor het vogels kijken. Tersmette: "Nou, we kunnen nu wel zeggen dat dat gelukt is. We zien al jaren dat het aantal deelnemers stijgt."

Het aantal deelnemers van dit jaar stijgt ver boven het recordaantal van vorig jaar. Toen deden 90.000 mensen mee. Dit jaar zijn er op de zondag al ruim 165.000 bevindingen doorgegeven. En dat loopt nog op want tot maandagochtend mogen mensen hun telling doorgeven.

Volgens Hanne Tersmette heeft de corona-crisis hier een rol in: "Ieder nadeel heeft z'n voordeel zeg ik dan maar even oneerbiedig. Maar sinds corona vorig jaar in het voorjaar kwam, kregen we al veel meer vragen van mensen over vogels. De online gratis vogelcurus ging 'sky-high'." Tersmette legt uit dat het thuiswerken ervoor zorgt dat mensen veel meer bewust zijn van wat er in de tuin leeft. "Dan zie je ineens een merel, of een roodborstje. Ik denk dat dat het enthousiasme heeft aangewakkerd en daar ben ik heel blij mee."

Je hoeft geen vogelkenner te zijn om de vogels in je tuin te kunnen tellen. Op de app van de Nationale Tuinvogeltelling kan je een foto uploaden die je vertelt welke vogel het is. Maar als het niet lukt een foto te maken, kan je op basis van een aantal vragen erachter komen welke vogel je hebt gezien.

"En ook als je helemaal geen vogels ziet dan moet je het doorgeven. Dat klinkt misschien suf maar dat is voor ons ook belangrijke informatie," vertelt de boswachter. Deelnemers kunnen op de laatste drie dagen van januari meedoen aan de telling. Het is de bedoeling dat je één keer een half uur aaneengesloten je tuin bestudeert en de vogels telt die je in je eigen tuin ziet. Tersmette: "Houd in de gaten of het niet dezelfde vogel is die je misschien vaker ziet in dat halve uur. En vogels die overvliegen of in de tuin van de buren zitten, mag je ook niet meetellen. Probeer zo gefocust mogelijk te tellen."

Naast dat de telling zorgt voor meer oog voor de vogel, levert het ook interessante data op. "Omdat we nu al jaren de tellingen doen, kunnen we trends ontdekken. Dan kan je wetenschappelijke onderzoeken ook staven aan wat mensen echt in hun tuin zien gebeuren", vertelt de boswachter. Daarom is het ook van belang dat zoveel mogelijk mensen meedoen aan de telling: "Met die gegevens kunnen wij ons beschermingswerk weer aanpassen."

Ondanks het groeiende enthousiasme onder Nederlanders wordt er niet goed gezorgd voor de natuur in onze tuinen. "We zitten echt in een biodiversiteitscrisis", vertelt Hanne. We hebben te weinig groen in onze tuinen, en die ene vetbol in de winter helpt de vogels ook niet verder. "De vogels komen in de winter heerlijk van je vetbolletje eten. Maar als je vervolgens geen bloemen in je tuin hebt waar insecten op af komen in het voorjaar, dan worden er maar heel weinig vogels groot. Kleine vogels hebben echt insecten nodig om spiermassa op te bouwen", aldus de boswachter. "Dus gelijk een tip voor iedereen; zet ook wat bloemen in je tuin en een heg waar vogels een nestje in kunnen bouwen."

En ook het kleinste balkon of stadstuintje kan volgens Hanne een grote bijdrage leveren aan de diversiteit. Zo zegt ze: "Veel variatie, bloemen en een beetje bijvoeren in de winter: dan doe je het super goed voor de vogels."