Nieuwegein wil fietser de ruimte geven, Fietsersbond kritisch op de plannen

Het college biedt in haar definitieve mobiliteitsvisie meer ruimte voor de fiets. Het wil inzetten op directere en comfortabelere fietsverbindingen. Fietsers moeten vaker voorrang krijgen. Slimme verkeerslichten bieden de mogelijkheid om bepaalde verkeersstromen prioriteit te geven boven andere, variërend per locatie en moment van de dag. Het college merkt op dat er, mede door de populariteit van e-bikes, kansen liggen om Nieuwegeiners langere afstanden - naar hun werk - te laten fietsen.

De gemeentelijke plannen voor het stimuleren van fietsen vallen samen met een plan van de provincie voor een snelfietsroute van IJselstein via Nieuwegein naar Utrecht. De provincie Utrecht heeft een voorlopig ontwerp gemaakt voor deze route. Op het Nieuwegeinse deel van de route zitten drie drukke kruispunten. Het college schrijft dat fietsers en het ov op deze belangrijke routes 'zoveel mogelijk' voorrang gaan krijgen. Hierbij moet er een afweging worden gemaakt over de doorstroming en veiligheid van alle verkeersdeelnemers.

De Fietsersbond is kritisch op deze plannen, omdat het college het belang van de fietser niet voorop stelt door te kijken naar de doorstroming van alle verkeersdeelnemers. Clarion Wegerif, voorzitter van de Fietsersbond Nieuwegein: "De fietser schiet niets op met de belofte dat zij voorrang krijgen, als de doorstroming van de auto in de plannen uiteindelijk belangrijker is." Bovendien vindt ze dat de fiets voorrang zou moeten krijgen op de langsrijdende bussen. "Relatief weinig mensen in Nieuwegein maken gebruik van het openbaar vervoer. En op een snelweg krijg je toch altijd voorrang?"

Raadslid Kelly Vizee (VVD) snapt niets van de ontevredenheid bij de Fietsersbond. Vizee: "Er zijn zeker nog knelpunten op de fietssnelwegen die moeten worden aangepakt. Maar in deze visie is juist veel ruimte voor de fiets en wordt er gesproken over een omslag van autogebruik naar fiets- en voetverkeer. En bovendien is de ruimtelijke inpassing van kruispunten in een verdichte stad lastig." Bovendien wijst ze erop dat plannen, het 'wat en waar', nog moeten worden uitgewerkt. Wegerif stelt dat de uitgangspunten juist helder moeten zijn voor een goede uitwerking.