Straffen in zaak cocaïnelaboratorium Kanaleneiland stuk lager dan geëist
1 april 2021, 17:28 • 2 minuten leestijd
UTRECHT - De rechtbank heeft twee Utrechtse broers die verdacht worden van het runnen van een cocaïnelaboratorium in de Utrechtse wijk Kanaleneiland tot veel lagere straffen veroordeeld dan het Openbaar Ministerie had geëist. Ook de straffen van zeven andere verdachten vielen lager uit. Twee verdachten werden geheel vrijgesproken.
Het OM zag de broers als kopstukken van een drugsbende en eiste in februari 3 jaar cel voor Baghdad J. en 4,5 jaar voor diens broer Brahim. De rechtbank veroordeelde de broers uiteindelijk tot 2,5 jaar gevangenisstraf, omdat er onvoldoende bewijs is voor veel van de verdenkingen. Hun Amsterdamse medeverdachte Mohamed K. kreeg 3 jaar cel in plaats van de 5 jaar die de officier van justitie eiste.
Coke bewerken
De drie werden aangehouden nadat bij een brand in een Utrechts appartement een cocaïnelaboratorium werd aangetroffen, waar pure cocaïne werd vermalen tot poeder en werd vermengd met een versnijdingsmiddel. Daarna werd het mengsel opnieuw in blokken geperst, die van een eigen stempel werden voorzien. Tot slot werden de blokken versneden coke gedroogd en konden ze worden doorverkocht.
Volgens de rechtbank is bewezen dat Baghdad en Mohamed daar begin 2019 grote hoeveelheden cocaïne bewerkten. Brahim werd veroordeeld voor bezit van 16 kg van de harddrug, maar vrijgesproken van witwassen van 300.000 euro.
Voor de verdenking dat de drie samen met andere verdachten een criminele organisatie vormden en ook zelf in cocaïne handelden, zag de rechtbank eveneens onvoldoende bewijs. Dat zij iemand die hen van drugsgeld zou hebben bestolen iets wilden aandoen, vonden de rechters ook niet bewezen.
Rotterdammers
Tijdens het onderzoek naar het cokelab in Kanaleneiland kwam de politie in Rotterdam zes verdachten op het spoor met wie de Utrechters zouden hebben samengewerkt. Drie van deze mannen vormden volgens de rechtbank wel een criminele organisatie die in cocaïne handelde. De centrale figuur in deze groep, Redouan el O., werd veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf. Een bedrag van 188.000 euro, dat was verstopt in het pand waar hij verbleef, is verbeurd verklaard.
El O. zette met name familieleden uit zijn geboortestreek in als loopjongens voor zijn drugshandel. Die waren veelal illegaal in ons land. Drie van deze verdachten kregen gevangenisstraffen van vijf maanden tot een jaar, met een flink voorwaardelijk deel. Twee anderen werden vrijgesproken en zijn inmiddels het land uitgezet.
De verdachten en het Openbaar Ministerie hebben twee weken de tijd om in hoger beroep te gaan.
