Bunschoten wil lokale taal versterken, want: 'Gemiddelde Bunsjoter niet trots op taal'

© RTV Utrecht / Marco Geijtenbeek
BUNSCHOTEN-SPAKENBURG - Bunschoten moet dit najaar nog opgenomen worden in het Convenant Nedersaksisch. Dat is het streven van de Christelijke Arbeiders Partij (CAP) in Bunschoten. De partij richtte de afgelopen weken samen met de Historische Vereniging Bunscote een dialectgroep op en hoopt daarmee dat de lokale taal behouden blijft en versterkt wordt.
"Wat zeg je tegen een langtèrepoal?", vraagt Henk Bos (CAP-raadslid) aan de telefoon. "Lantaarnpaal?", vraagt uw verslaggever hardop, niet wetend of hij het goed verstaan heeft. "Nou, wij zeggen er niks tegen. Wij lopen er gewoon voorbie", lacht Bos. "Met die grap kun je testen of iemand onze taal spreekt."

'Bunschoter niet zo trots op taal'

En dat gebeurt steeds minder. Volgens Bos geven veel van zijn dorpsgenoten de voorkeur aan 'gewoon' Nederlands. "De gemiddelde Bunsjoter is niet zo trots op zijn taal", vertelt hij. "Je bent eigenlijk een boer als je het tegen een vreemde spreekt, als je het al spreekt. Bunschoten is een handelsdorp en met brood, koek en vis is het op de markt gauw overschakelen naar Nederlands. Dat is de nieuwe generatie."
In 2018 werd het Convenant Nedersaksisch ondertekend door de provincies Drenthe, Friesland, Gelderland, Groningen en Overijssel en twee gemeenten. Daarmee werd het Nedersaksisch erkend als officiële taal, waarvan in Bunschoten met de West-Veluwse de meest westelijke variant gesproken wordt.

'Convenant belangrijk voor behoud cultureel erfgoed'

"Ze zijn ons toen vergeten", vertelt Bos. Om alsnog toe te treden, diende Bos' partij twee jaar geleden een motie in. Die nam de gemeenteraad unaniem aan.
"Toetreding tot het convenant maakt het mogelijk gezamenlijk op te trekken bij het behoud van dit cultureel erfgoed voor de volgende generaties", stelt verantwoordelijk wethouder Peter van Asselt (CDA), die overigens nog geen datum voor de ondertekening wil vastleggen. "De gesprekken met de betrokken partijen daarover lopen op dit moment."

Oprichting dialectgroep

Hoewel de toetreding tot het convenant geen geld kost en er geen wet- en regelgeving bij komt kijken, wordt het als ondertekenaar wel van je verwacht een zogenoemde dialectgroep op te richten. Die groep moet zich inzetten voor het gebruik en behoud van de taal.
Toen wethouder Van Asselt zo'n drie maanden geleden aan Bos vroeg of er al zo'n groep bestond, moest het CAP-raadslid daarop nee antwoorden. Daarom ging Bos een paar weken geleden met de Historische Vereniging Bunscote om tafel, waarna de werkgroep werd geboren. Samen met onder meer Hans Hoitink van de lokale VVD, dirigent van het visserskoor Cor Severijne en een aantal leraren moet de taal weer zijn weg in het dorp gaan vinden.

Verspreiding in lokale media en vastleggen schrijfwijze

De komende tijd gaat de werkgroep zich onder andere bezighouden met de verspreiding van de taal in lokale media en hoopt in grote lijnen een schrijfwijze van woorden vast te leggen. "Of je 'waor' of 'woar' schrijft, dat is het een beetje", vertelt Bos. "En in de film Vissers in Verzet roepen ze op een gegeven moment: 'we moeten naar de botters!' Maar dat ding heet eigenlijk een sjuut, geen botter."
Het Bunschotense is een paar jaar geleden overigens al gekeurd, toen een delegatie van de Streektaalorganisaties Nedersaksisch Taalgebied (SONT) een dag naar het dorp kwam. Destijds moest Bos samen met anderen overschakelen naar het Nedersaksisch, wat goed verliep. Nu hoopt hij dat het convenant dit najaar eindelijk wordt ondertekend. Eerder hoeft van hem niet. "Met een mondkapje is er toch geen bal aan."

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.