Utrechtse huizenbezitter moet begrotingsgat na corona dichten

UTRECHT - De Utrechtse woningbezitter gaat fors meer belasting betalen. De onroerendezaakbelasting (ozb) stijgt met ruim 15 procent. Met dat geld wil de gemeente een gat van 20 miljoen euro in de begroting dichten dat onder meer ontstaat door de coronacrisis. Ook wil het college van B&W een beroep doen op de reserves van de gemeente.
Dit staat in de voorjaarsnota die het college vandaag presenteerde. Het college wordt gevormd door GroenLinks, D66 en ChristenUnie. De partijen kiezen er niet voor om te gaan bezuinigen. Volgens wethouder Anke Kleijn (D66) heeft de kredietcrisis van dertien jaar geleden laten zien dat bezuinigingen in tijden van crisis averechts werken. "Als gemeente staan we voor een groot financieel vraagstuk. We willen sneller en sterker uit de crisis komen", zegt de wethouder financiën. "Als we in crisistijd snijden in voorzieningen zoals onze dienstverlening of onderhoud en kwaliteit van de openbare ruimte, draagt dat niet hieraan bij."
Gezonde ontwikkeling
Het gat in de begroting van 20 miljoen ontstaat doordat de gemeente een bedrag van circa 10 miljoen minder van het rijk krijgt. Ook zijn er extra noodzakelijke uitgaven in verband met de coronacrisis, schrijft wethouder Klein. Het college kiest er voor om juist in deze crisistijd extra te gaan investeren. "Tot en met 2025 wil het college 58 miljoen euro investeren in een gezonde ontwikkeling van de stad. Denk hierbij aan urgent meer betaalbare woningen realiseren, een groen 'rondje Stadseiland', een levendig Lombokplein, maatschappelijke voorzieningen in de Merwedekanaalzone en fijne speelplekken voor kinderen."
Er wordt keihard bezuinigd op het huishoudboekje van gewone Utrechters. En dat vinden wij in deze tijd niet verantwoord
Om die ruimte te creëren gaat de ozb omhoog, dat moet bijna 13 miljoen euro opleveren. Voor een gemiddelde woningbezitter gaat het dan om bijna 50 euro per jaar, zo rekent de gemeente voor. Maar dat bedrag kan aanzienlijk oplopen als de WOZ-waarde van het pand hoger is dan gemiddeld. Ook als de WOZ-waarde van een pand het komend jaar stijgt zal de belastingverhoging veel hoger uitvallen dan de geschetste 50 euro.
Kritiek
Partijen in de gemeenteraad reageren verdeeld op de voorjaarsnota. De grootste oppositiepartij VVD is negatief. Dimitri Gilissen schrikt niet van het gat van 20 miljoen, dat was te verwachten door de crisis. Maar hij is het niet eens met de gekozen oplossing. "De ozb-verhoging die het college voorstelt is ongekend. Er wordt keihard bezuinigd op het huishoudboekje van gewone Utrechters. En dat vinden wij in deze tijd niet verantwoord", betoogt de oppositieleider. "Want daarmee smoor je de potentiële groei van de stad en de inwoners." De VVD wil graag kritische kijken naar eigen taken van de gemeente. Ook willen de liberalen dat de gemeente eigen vastgoed afstoot, zoals het Broesepand op de Oudegracht. Zoiets levert direct miljoenen op.
Het CDA Utrecht is verbaasd over de plannen. Volgens deze partij schuift het college moeilijke keuzes voor zich uit. De verhoging van de OZB noemt het CDA buitenproportioneel. Jantine Zwinkels: "Op deze manier wordt het leven in Utrecht steeds duurder gemaakt. De uitdaging voor nu is om die trend te gaan keren."
De grootste coalitiepartij GroenLinks is juist blij. "De uitdagingen van de coronacrisis zijn enorm. Goed dat het toch lukt om meer geld voor Utrecht en de Utrechters uit te trekken", zegt Floor de Koning. "Voldoende steun aan mensen met schulden, meer groene fiets- en wandelroutes en meer geld voor betaalbare woningen."
De sociaaldemocraten zijn ook kritisch. De PvdA vindt dat dit college verkeerde keuzes maakt. "Het is tijd te kiezen voor een eerlijke koers, naar een beter normaal", zegt fractievoorzitter Rick van der Zweth. "Dat betekent niet herstel van de oude situatie waar de sociale ongelijkheid tussen Utrechters al heel groot was. Het betekent kansen creëren en gebruik maken van de talenten van onze inwoners."
Later zal de gemeenteraad nog uitgebreid discussiëren over de voorjaarsnota. Een besluit over de nota valt op 8 juli.