Vrouwenbelager Lunetten was volgens OM uit op verkrachting, man onderzocht in Pieter Baan Centrum

In de Utrechtse rechtbank was vandaag de eerste inleidende zitting in de zaak. Veel slachtoffers waren daarbij aanwezig en ook de ouders en vriendin van de verdachte. De Utrechter die in voorarrest zit, kwam niet naar de rechtbank en liet zich vertegenwoordigen door zijn advocaten.

Het OM legt J.C., die zelf in Lunetten woont, meerdere aanrandingen en mishandelingen ten laste. Ook zou hij hebben geprobeerd om een van de vrouwen te verkrachten. In ander geval had de aanrander volgens het OM een rol ducttape meegenomen om zijn slachtoffer vast te binden. Het OM ziet dit als strafbare voorbereiding voor verkrachting of vrijheidsberoving. Op de rol is dna van de verdachte aangetroffen, zegt het OM.

De aanrander viel tussen 3 juli en 26 september zes vrouwen aan. Zijn werkwijze was in alle gevallen gelijk. Hij wachtte 's avonds en 's nachts op een stille plek op vrouwen die langs kwamen lopen en fietsen. Hij hield zich schuil in de bosjes of achter een boom, duwde en trok zijn slachtoffers naar de grond en ging boven op hen liggen. Vervolgens betastte hij hun borsten en geslachtsdelen.

Een vrouw die als laatste eind september op het Houtensepad in Utrecht werd aangevallen, raakte ernstig gewond. Toen de belager haar met geweld de bosjes in probeerde te sleuren. Zij werd geschopt en geslagen en liep meerdere gebroken ribben op. Zij lag wekenlang in het ziekenhuis om te herstellen.

Volgens het OM heeft de verdachte tot nu toe weinig willen zeggen over de verdenkingen. De officier van justitie maakte vandaag bekend dat een dna-spoor dat bij een van de aanrandingen is aangetroffen aan hem gekoppeld kan worden, maar de advocaten van J.C. stelden direct dat dit niets aan zijn proceshouding zal veranderen.

De verdediging bracht naar voren dat er te weinig bewijs is tegen de Utrechter. Voor een van de aanrandingen zou hij zelfs een alibi hebben, hij zou op dat moment met zijn vriendin hebben geappt. Hij zou ook niet lijken op het signalement dat een aantal vrouwen gaven. Die zouden de gemaskerde aanrander hebben beschreven als een grote, brede man met witte handen, terwijl J.C. volgens zijn advocaten donker is en niet opvallend groot.

Verder is volgens advocaat Önemli geen kleding bij haar cliënt aangetroffen die lijkt op wat de dader volgens de slachtoffers droeg. De aanrander zou op een grijze Gazelle-fiets hebben gereden, terwijl J.C. die volgens zijn raadsvrouw niet heeft. Mensen in zijn omgeving kunnen zich ook niet voorstellen dat hij iets dergelijks zou doen en ook zijn ouders en vriendin blijven in zijn onschuld geloven, betoogde zij.

Omdat het onderzoek nog in volle gang is, wil de officier nog niet zeggen hoe de politie de verdachte op het spoor is gekomen. Hij liet alleen doorschemeren dat het iets met dna te maken heeft. De politie heeft meerdere tips gekregen over andere aanrandingen die mogelijk door dezelfde dader zouden zijn gepleegd. Die zijn allemaal nagetrokken en hebben niet geleid tot nieuwe verdenkingen tegen de Utrechter.

Omdat de man naar het Pieter Baan Centrum moet voor onderzoek, zal de rechtszaak tegen hem op zijn vroegst dit najaar verder gaan. Voor observatie in het PBC is een wachttijd van vier tot vijf maanden. Na een opname van zes weken duurt het ook nog eens maand voor deskundigen een rapport hebben opgesteld over hun bevindingen.

Een verzoek van de verdediging om de verdachte in afwachting van het proces vrij te laten, werd door de rechtbank afgewezen. De volgende zitting is op 11 augustus is opnieuw pro forma. Daarna zal er nog een regiezitting worden gepland.