Lekjutter Maarten prikte al 100.000 stukken afval: 'Dit is nog steeds broodnodig'

Maarten Kerkhof (62) slaakt een diepe zucht. "Kijk nou, zomaar vijftig peuken op een hoopje! Kun je het geloven?" We staan op een carpool langs de A2 bij Nieuwegein. Als je het Maarten vraagt dé hotspot in de regio voor lukraak op de grond geworpen afval. "Tja, je zou denken dat mensen inmiddels wat meer aan de wereld gaan denken, maar als je dit zo ziet..."

Ondertussen klikt hij zich suf op zijn telefoon. Want: ieder stuk afval dat hij in zijn mandje stopt, wordt nauwkeurig op de foto gezet. Omdat hij ook een tracking-app heeft aanstaan, weet hij exact waar, wanneer en wat hij heeft gevonden. "Zoals deze Mars-verpakking van begin 2000, die ligt hier dus al ruim twintig jaar en is nog steeds niet vergaan. Dát beeld wil ik vastleggen en laten zien aan politiek Nederland."

Want daar gaat het hem ook om: dat niet alleen meer mensen afval gaan prikken, maar ook dat er überhaupt minder plastic in de natuur kán belanden. "We willen heel graag dat fabrieken zo min mogelijk uitstoten, op welke manier dan ook. De regering kan dat doel helpen door strengere regels in te stellen. Maar ja, dan moeten ze dat wel echt gaan doen."

Tussen het prikken door - wat hij overigens dag in dag uit doet - maakt hij af en toe ook tijd voor een zwerfie. Een zwerfie? "Ja, je hoort het goed, hoor. Zo noemen wij 'prikkers' dat. Een selfie met een afvalstuk. Die delen we met elkaar. Ook om te laten zien: wij maken ons er zeer zeker zorgen om én doen er wat aan."

Als het aan Maarten ligt, gaat de hele provincie zijn voorbeeld volgen. "Laat iedereen maar duidelijk worden hoeveel puin er gewoon op straat wordt gegooid. Dat moet veranderen, en liever gisteren dan morgen. Het is broodnodig."