Oud FC Utrecht-spelers over hun tijd bij Oranje en het EK: 'Vlaggetjes in tuin'

Eén van hen is Hans van Breukelen. Hij was international van 1980 tot 1992, speelde 73 duels voor Oranje en deed mee aan twee eindtoernooien. Hij won het EK van 1988 en was twee jaar later iets minder succesvol op het WK. Tijdens toernooien lag hij met iemand op de kamer. "Ploeggenoot Joop Hiele lag altijd te zeuren dat ik bomen lag om te zagen en het gekke was dat ik er geen last van had."

Ondanks Hiele de concurrent was van Van Breukelen voor de plek onder de lat, praatten ze samen veel over het vak. "We hadden het over hoe we trainden en organiseerden. Daarnaast praatten we over het leven buiten het vak. De menselijke verhalen deelden we met elkaar. Die gesprekken vond ik één van de mooie dingen uit die tijd."

Ron Spelbos maakte van 1980 tot 1987 deel uit van het Nederlands elftal, waarvoor hij 21 wedstrijden speelde. Hij maakte geen eindtoernooi mee. Na voetballen in Oranje werd hij hoofdscout van het Nederlands elftal.

Hij legde tijdens een toernooi zijn plannen neer bij de hoofdcoach. "De ene coach wil wat meer weten dan de ander. Je kijkt naar hoe een tegenstander speelt. Sterke en zwakke punten worden tot in den treuren uitgezocht. Je wordt dan in principe niet verrast."

Spelbos vindt het niet verstandig om uren over een tegenstander te praten. "Je moet de essentie eruit halen. Je kan twee uur praten over een tegenstander, maar dan neem je het niet op."

John van Loen, die van 1985 tot 1990 voor Oranje speelde en bij het WK van 1990 was, is al in oranje-stemming voor de wedstrijd van zondagavond tussen Nederland en Oekraïne. "Ik heb vlaggetjes hangen in de tuin en mijn tafelkleed is oranje. Een paar mensen komen gezellig kijken. De televisie gaat heel hard."

De oud FC Utrecht-speler vertelt dat een team in een flow komt als ze winnen. "Dat zag je onder Louis van Gaal ook. Toen wonnen ze met 5-1 van Spanje in de groepsfase van het WK in 2014. Dan ga je als een raket."

Onder anderen Robin van Persie en Arjen Robben speelden in dat toernooi een belangrijke rol. "Maar zulke spelers die eruitschieten hebben we nu niet. Ik ben misschien een beetje negatief, maar laten we hopen dat het beter gaat dan ik zeg", zegt Van Loen, die de versieringen laat hangen als Nederland het eerste duel verliest. "Over anderhalve week gaat het eruit haha."

Ook Johan de Kock heeft een verleden als speler bij FC Utrecht en Oranje. Hij was van 1993 tot en met 1997 international. De Kock speelde dertien wedstrijden voor Oranje en was basisspeler op het EK in 1996. Toen bereikte Nederland de kwartfinale.

De Kock vond de laatste dag voordat het toernooi begon spannend. "Dat kwam doordat ik al vrij vroeg zeker was van een basisplaats door schorsingen of blessures van Danny Blind en Frank de Boer. Je probeerde rust in je hoofd en fysiek te vinden, goed te eten en rustig naar het duel toe te leven."

Momenteel zijn straten in Nederland versierd met bijvoorbeeld vlaggetjes. De Kock kreeg weinig mee van de Oranjegekte toen hij Nederland vertegenwoordigde. "Je bent geïsoleerd. Ik wil niet zeggen dat we geen kranten lazen. Je leest er wel over maar de beleving mis je. Dat is nu helemaal zo met corona. Maar eigenlijk is iedere wedstrijdvoorbereiding hetzelfde als het creëeren van een bubbel."

Volgens De Kock ontstaat verveling als spelers lang met elkaar zijn afgezonderd van de buitenwereld. "Dat probleem treedt op. Wij Nederlanders kunnen daar minder mee omgaan dan bijvoorbeeld Duitsers en Italianen. Zij worden beter gedurende het toernooi, terwijl het bij ons de vraag is wanneer er iets fout gaat."