Barend Doest zet zich als vrijwilliger al zijn hele leven in voor zijn Vreeswijk

Doest voor de scheepswerf in Vreeswijk
Doest voor de scheepswerf in Vreeswijk © RTV Utrecht / Michiel van Ooijen
NIEUWEGEIN - "Met plezier help ik mensen uit de problemen", zegt Barend Doest. Zijn hele leven heeft hij zich met veel plezier ingezet als vrijwilliger bij onder meer de brandweer voor Vreeswijk ingezet. Dit artikel is een onderdeel van een serie over Vreeswijk in het kader van 50 jaar Nieuwegein.
Op 1 juli bestaat Nieuwegein 50 jaar. De relatief jonge gemeente is ontstaan uit een fusie tussen de twee dorpen Jutphaas en Vreeswijk. In aanloop naar dit jubileum maken wij een serie over het schippersdorp Vreeswijk en zijn markante inwoners. Dit is de tweede aflevering.
Doest, met zijn grijze haren en opgewekt humeur, kijkt vanaf zijn appartement uit op de scheepswerf in Vreeswijk. "Een mooie locatie om hier naar buiten te kijken en iedereen zo bezig te zien", vindt hij. "Ik kan niet wachten tot het coronavirus weg is en de drukte toeneemt op straat." Hij is verdrietig dat de straten nu meer verlaten zijn dan tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Doest kreeg meerdere oorkondes als beloning voor zijn inzet voor de brandweer.
Doest kreeg meerdere oorkondes als beloning voor zijn inzet voor de brandweer. © RTV Utrecht / Michiel van Ooijen

Toekomstdromen

Op jonge leeftijd wist Doest al wat hij wilde. "Als 14-jarig jochie spijbelde ik. Dan ging ik in Utrecht bij de beroepsbrandweer voor de deur zitten. Het was geweldig om ze te zien uitrukken", vertelt Doest. Het was zijn droom om brandweerman te worden.
Zijn droom om brandweer te worden kwam uit nadat Doest trouwde op zijn 28e. Hij ging bij zijn schoonouders in Vianen wonen. Totdat een Vreeswijkse gemeentesecretaris wel met een heel mooi bod kwam. De ambtenaar regelde een huisje voor Doest en zijn vrouw, als hij zich aansloot bij de vrijwillige brandweer in Vreeswijk. "Hij zei dat ze mensen nodig hadden. En een huisje waarmee we iets konden opbouwen, dat wilden we wel", vertelt Doest. Hij praat opgewekt en vrolijk over zijn verleden in Vreeswijk.
Anderen helpen maakt Doest gelukkig. "Het is prachtig om een brand te blussen en dan te ontdekken dat iedereen nog leeft", vertelt Doest. Hij mag dan uit het jaar 1929 komen, de herinneringen over zijn tijd bij de brandweer liggen nog vers in zijn geheugen. Zo ook de momenten dat een brand fataal afliep. "Ik heb tijdens mijn werk weleens een overleden baby in mijn handen gehad. Dat neem je mee en daar ben je nachten mee bezig", vertelt hij. Zijn gezicht kleurt somber af.
Toch weerhielden deze nare ervaringen hem er niet van om zijn regio te blijven dienen. Doest was zelfs gemotiveerd om hogerop te komen bij de brandweer. "Ik wilde geen gewone soldaat zijn. De laatste vijf jaar was ik officier", vertelt hij. Zijn lange carrière bij de brandweer leverde hem erkenning op. "Mijn laatste diploma kreeg ik van de Commissaris van de Koning", vertelt Doest. Met trots laat hij de oorkondes en prijzen zien die hij in zijn tijd bij de brandweer verdiende.
Doest en zijn collega's van de brandweer.
Doest en zijn collega's van de brandweer. © RTV Utrecht / Michiel van Ooijen

Mensen helpen

Nadat Vreeswijk en Jutphaas opgingen in Nieuwegein probeerde Doest een verbindende factor te zijn tussen het korps uit de twee oude kernen. Want Jutphaas en Vreeswijk waren soms als water en vuur, en dat gold ook voor de brandweerkorpsen. Doest hielp bij de totstandkoming van één brandweerkorps in Nieuwegein. "De twee korpsen wilden dit nooit; ik vond het wel normaal om een ploeg te vormen", vertelt Doest.
Hij was geregeld als enige Vreeswijker aanwezig bij de vergaderingen van het korps in Jutphaas. Het kostte hem veel moeite om de hoofden dezelfde kant op te krijgen. "Er waren veel strubbelingen. In een ploeg van dertig man zaten altijd wat mensen die de andere partij niet mocht", vertelt Doest. Er werden gezamenlijke oefeningen gepland om de ploegen bij elkaar te brengen. Niet iedereen vond dat leuk, maar Doest was er blij mee. "Ik kon het goed vinden met die jongens. Ik dronk graag een pilsje met ze."
En waarom kon Doest wel met iedereen uit Jutphaas gezellig een pilsje drinken? "Dat ligt aan mijn karakter. Aan de manier waarop ik mij naar anderen opstel", vertelt Doest. In 1971 kwamen de twee korpsen formeel samen; één groep vrijwilligers verdeeld over twee posten met elk een eigen vereniging: Vereniging Vrijwillige Brandweer Jutphaas en de Vereniging Vrijwillige Brandweer Vreeswijk. Maar wel twee verenigingen die op elkaar waren afgesteld. "Daar heb ik wel mijn steentje aan bijgedragen", zegt Doest.
In 2004 komt er overdag een beroepsbezetting op de kazerne aan de Nevelgaarde, zo nodig aangevuld met vrijwilligers. 's Avonds, 's nachts en in het weekeinde staan de vrijwilligers paraat. Daardoor is Nieuwegein verzekerd van adequate dienstverlening.
Doest kreeg meerdere oorkondes als beloning voor zijn inzet voor de brandweer.
Doest kreeg meerdere oorkondes als beloning voor zijn inzet voor de brandweer. © RTV Utrecht / Michiel van Ooijen

Andere baantjes

Doest heeft zich, naast de brandweer, ook lang ingezet voor voetbalclub Geinoord en het zalencentrum Sint Jan in Vreeswijk. In het Sint Jan, het vroegere parochiehuis, werden feesten en partijen gehouden. "Elk feest of bruiloft maakten we er een feest van. Ik hield van de horeca", zegt Doest. Bij Genoord stonden Doest en zijn vrouw op zaterdagochtend al vroeg klaar achter de jeugd voor de bar. Of hij stond op het veld te fluiten. "Dan had je nooit gelijk", weet Doest.
Met zijn 91 jaar is Doest nog niet van plan om te stoppen als vrijwilliger. Hij is nog steeds vrijwilliger als barman bij het Theehuys in Vreeswijk. Hij kan niet wachten tot hij weer mag werken. Alleen het denken aan het werk maakt hem al opgewekt en enthousiast. Doest laat zich graag omringen door mensen. "Ik heb altijd al van mensen gehouden", benadrukt Doest. Hij zal de laatste zijn die zijn tijd achter de geraniums doorbrengt.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.