"Amersfoortse geen spil in zaak Vaatstra"
AMERSFOORT - De getuigenis van de Amersfoortse Rosalin van Zessen is hoogstwaarschijnlijk niet de grote doorbraak in de onopgeloste moordzaak rond Marianne Vaatstra. Dat denkt het Openbaar Ministerie.
Volgens het OM lijkt de man zoals Van Zessen die beschrijft, op een verdachte die al eerder is onderzocht. Zijn betrokkenheid kon toen met DNA-materiaal worden uitgesloten.
Wel willen vertegenwoordigers van het OM de Amersfoortse graag nog een keertje spreken. Misschien levert dat nog nieuwe en nuttige details op. Ook is het OM blij met de nieuwe publiciteit rond de zaak. Dit zou bekentenissen kunnen losmaken die tot de oplossing van de zaak kunnen leiden.
GETUIGENIS VAN VAN ZESSEN
De Amersfoortse woonde ten tijde van de moord in het Friese Leeuwarden. Zij vertelde dat haar huisgenoot de ochtend na de moord thuiskwam met bebloede kleren en vervolgens een bebloed mes op tafel legde.
Hij zei daarbij dat ze "haar strot dieper hadden moeten doorsnijden" en noemde de naam van Marianne Vaatstra. De ouders van Van Zessen bevestigen haar verhaal. Van Zessen vertelde spijt te hebben van de jaren dat ze niks gezegd had tegen de politie.
Marianne Vaatstra uit het Friese Zwaagwesteinde werd op 1 mei 1999 verkracht en vermoord. Ze was toen 16.
