Toch geen levenslang voor roofmoord

Het gerechtshof vindt - gezien de persoon van E. - twintig jaar cel en tbs met dwangverpleging een passender straf. Behalve de moord op de Utrechtse, pleegde E. die dag in juni 2008 ook pogingen tot moord op Edwina's stiefmoeder en de vriend van de stiefmoeder.

Volgens het hof is bewezen dat E. de 27-jarige Utrechtse doodde nadat hij eerst haar familie geld afhandig had gemaakt. E. nam Edwina en haar zoontje mee naar haar pleegmoeder aan de Merwedekade, toen bleek dat bij haar zelf geen geld te halen viel. Daar bond hij de pleegmoeder en haar huisvriend vast. Edwina moest mee om geld te pinnen.

Terug bij de pleegmoeder besloot E. alle drie de volwassenen om te brengen. Dat verklaarde E. zelf tijdens de eerste zitting bij de rechtbank. Edwina sneed hij in de keuken de hals door. De pleegmoeder en vriend probeerde hij zonder succes dodelijk te verstikken. Het zoontje was al die tijd in de woning.

Deskundigen oordeelden dat E. gestoord is, maar verschilden van mening of de stoornis doorwerkte op de moord en de moordpogingen. Vandaar dat hij volgens het OM en de rechtbank niet naar een tbs-kliniek gestuurd kon worden. Maar het gerechtshof ziet genoeg verband tussen de gepleegde feiten en de stoornis om dat - naast een flinke celstraf - toch te kunnen bevelen.

E. was al eens tot tien jaar cel veroordeeld wegens een roofmoord in 1999 op een 72-jarige vrouw. Ook toen waren gokschulden het motief.