Eetpiraat laat 'spoor van vernieling' achter in Utrechtse en Zeister horeca

© Tobias Bos
UTRECHT - "Een spoor van vernieling" liet de 32-jarige Mohammed H. achter in augustus 2020. Hij at en dronk bij meerdere horecagelegenheden in Utrecht en Zeist en maakte stampij als vervolgens de rekening betaald moest worden. Medewerkers werden daarbij bespuugd en beledigd, en H. sloopte in sommige gevallen voor honderden euro's aan meubilair of glaswerk. De centrale vraag tijdens de zitting in de Utrechtse rechtszaal vandaag: is hij voor dit alles ook aansprakelijk?
"Ik weet er bijna niets meer van", zegt H. met gebogen hoofd en hangende schouders in de rechtszaal. "Ik was zwaar psychotisch. Ik heb hele vage herinneringen over donkere plekken. Alsof ik door iets word overgenomen en dan doe ik zulke dingen, alsof het normaal is. Ik weet nog wel dat ik veel door Nederland heb gereisd, maar ik weet niet meer dat ik in Utrecht was. Ik heb vaker psychotische periodes meegemaakt. Achteraf schaam ik me daar altijd heel erg voor."

'Vernederd en beledigd'

Dat H. zwaar verward was staat niet ter discussie. In een rapport van de reclassering komt een beeld naar voren van een man met "een hypomaan toestandsbeeld, met kenmerken van een schizoaffectieve stoornis", die al vaker kampte met psychotische periodes.
De officier van justitie houdt H. verantwoordelijk voor tien strafbare feiten, gepleegd tussen 9 en 18 augustus vorig jaar. Zo at en dronk deze "eetpiraat" onder meer bij restaurant Bell's in Zeist en bij La Cubanita, café Saar, café De Stad, brasserie Danel en restaurant Buurten in Utrecht zonder te betalen. Ook schold hij een verbalisant uit voor "vieze zwarte" en spuugde hij een medewerker van La Cubanita in het gezicht. De medewerker van La Cubanita verklaarde zich daar "vernederd en beledigd" door te voelen. "Zeker in coronatijd is het zeer bedreigend om iemand te bespugen", vindt ook de officier van justitie.

Enige bewustwording

Hoewel H. inderdaad in de war was, is hij toch deels toerekeningsvatbaar, vindt de officier. "Het feit dat het steeds pas uit de hand liep op het moment dat de rekening moest worden betaald, duidt toch op enige bewustwording." De OvJ eist om die reden zestig dagen gevangenisstraf, waarvan 43 voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Ook wil de officier dat de reclassering door middel van een meldplicht een oogje in het zeil kan houden.
"Kan het u allemaal aangerekend worden?", vraagt de rechter zich hardop af. "Dat vind ik een lastige. Als ik u nu zo zie zitten, is dat bijna niet te rijmen met de feiten die hier genoemd worden." H. naar de gevangenis sturen gaat haar te ver. H. is volgens de rechter niet volledig ontoerekeningsvatbaar, "maar wel sterk verminderd toerekeningsvatbaar". Ze gaat grotendeels mee in de eis van de officier: zestig dagen gevangenisstraf, waarvan 43 voorwaardelijk, maar met een proeftijd van twee jaar. H. heeft zijn straf al in voorarrest uitgezeten.

Begeleid wonen

Met H. gaat het inmiddels veel beter, zegt hij vandaag. Hij zocht zelf hulp voor zijn psychoses. "Ik ben bezig met begeleid wonen, voer regelmatig gesprekken met mijn maatschappelijk werker en krijg nu ook medicatie die goed helpt. Ik sta daar volledig achter, want wil deze psychoses in de toekomst voorkomen."

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.