Plofkraakverdachten ontsnapten aan wisse dood na crash in Leidsche Rijntunnel

De auto waarmee het drietal aan de politie probeerde te ontkomen was volgeladen met jerrycans benzine. De kleding van een van hen was doordrenkt met de brandstof toen hij na de crash op de vlucht sloeg. Volgens het Openbaar Ministerie waren de mannen bezig met de voorbereiding van plofkraken.

Een politieman die op de A2 reed zag de Audi kort voor de crash met 160 kilometer per uur vanuit Amsterdam richting Utrecht rijden en besloot de wagen aan de kant te zetten. Hij gaf de bestuurder een stopteken en bij tankstation Haarrijn voegde de Audi uit. Maar in plaats van te stoppen, draaide de auto de weg weer op en reed met gedoofde lichten verder. De bestuurder gaf flink gas en haalde snelheden van 250 tot 296 km/u.

In de Leidsche Rijntunnel sloeg het noodlot toe. De auto kreeg op de hoofdrijbaan een klapband en tolde drie keer om zijn as voor hij tot stilstand kwam. Camera's van Rijkswaterstaat legden vast hoe de drie inzittenden naar buiten sprongen en via de vluchtdeuren naar de parallelbaan renden. Daar werden twee van hen door de achtervolgende politieman met getrokken wapen gearresteerd. De bestuurder probeerde zich te verstoppen, maar werd direct door andere agenten opgepakt.

De politie vermoedde al snel dat de drie bezig waren met de voorbereiding van plofkraken. De Audi RS6 was in Duitsland gehuurd en is vanwege zijn hoge topsnelheid populair bij criminelen. In de auto werden tien jerrycans met elk 20 liter benzine aangetroffen. Verder lag er een tas met bivakmutsen en werkhandschoenen en hadden ze prepaidtelefoons bij zich. Een van de mannen had een lijstje waarop de locaties van 11 geldautomaten en een bankfiliaal in Duitsland waren genoteerd.

De snelle Audi werd een dag voor de crash door de 26-jarige Rotterdammer H.J. gehuurd bij een bedrijf in het Duitse Wuppertal. Volgens het Openbaar Ministerie gebruikte hij hij daarvoor een vals rijbewijs, omdat zijn eigen rijbewijs was ingetrokken. Ook denkt het OM dat met de Audi bij een geldautomaat in Duitsland die dag een voorverkenning werd uitgevoerd.

De avond voor de crash ontmoette J. zijn medeverdachten I.K. (31) uit Almere en X.M. (33) uit Amsterdam bij autowasplein Happy Duck in Duivendrecht. Volgens de mannen is die 24 uur per dag open en kom je er altijd wel bekenden tegen om mee te chillen. K. en M. zijn vrienden van een neef van J. en kennen elkaar van hun verblijf in de gevangenis.

Bij de autowasserij laadde K. de jerrycans met benzine vanuit zijn werkbusje over in de Audi. Omdat een van de jerrycans aan de bovenkant was gescheurd, klemde hij die op de achterbank tussen zijn benen. Toen de auto een klapband kreeg, kwam K. onder de benzine te zitten. Naar eigen zeggen sloeg hij niet voor de politie op de vlucht, maar omdat hij bang was dat de auto en hijzelf in brand zouden vliegen.

Op de telefoon van K. werden filmpjes en foto's van geldautomaten in Duitsland en Zwitserland gevonden. Ook waren er berichten gezocht over plofkraken in Duitsland en informatie over de Audi RS6. K. bleek bij een webshop de stof hexamine te hebben besteld, een bestanddeel van explosieven die voor plofkraken worden gebruikt. Bij een winkel met kunstenaarsbenodigdheden in Soest had hij drie kilo alluminiumpoeder gekocht, een ander bestanddeel van explosieven die bij de zogenoemde pizzaschuifmethode worden gebruikt.

K. beweerde in de rechtbank dat op zijn lijstje Duitse supermarkten stonden, waar je voordelig alcohol kon kopen. Het zou niets te maken hebben met de geldautomaten in die winkels. Volgens de officier van justitie is dit een volkomen ongeloofwaardige verklaring, omdat de supermarkten op zijn lijstje 250 tot 550 kilometer zijn verwijderd van de grens met Nederland.

De officier van justitie vindt bewezen dat K. en J. zich bezighielden met voorbereidingshandelingen voor plofkraken. Hij eist voor beiden 15 maanden gevangenisstraf. Voor M. vroeg hij om vrijspraak wegen gebrek aan bewijs, omdat de Amsterdammer niet direct in verband kan worden gebracht met het huren van de auto en de verdachte spullen die zijn aangetroffen.

M. had bij zijn aanhouding een afstandsbediening bij zich van een garagedeur. De politie vermoedt dat de verdachten op weg waren naar een garagebox in de buurt van Utrecht, waar mogelijk de rest van de plofkraakuitrusting opgeslagen was. Maar de politie kon dat uiteindelijk niet hard maken.

De verdachten ontkenden in de rechtszaal dat zij iets met plofkraken te maken hadden. De snelle Audi had J. gehuurd om "gewoon een beetje te chillen." Zijn medeverdachten gaf hij een lift, omdat zij hadden geblowd en hij dezelfde kant op moest. Toen de politie hem een stopteken gaf, probeerde hij te ontkomen omdat hij besefte dat hij te hard reed en zijn rijbewijs was ingevorderd.

De benzine had K. voor een spotprijsje overgenomen van een vriend die met het tankpasje van zijn werkgever af en toe wat extra's tankte. Het was niet bedoeld om de auto voor en na een plofkraak bij te kunnen tanken, maar voor de scooters die hij opknapt en doorverkoopt. Het alluminiumpoeder dat hij in Soest had gekocht, was bedoeld om de lak van die scooters te verfraaien.

Volgens de advocaten van de drie hebben de verdachten een goede verklaring voor hun gedrag en de spullen die bij hen zijn aangetroffen en is er onvoldoende bewijs om hen te veroordelen. Zij vroegen de rechtbank om hun clienten vrij te spreken. De rechtbank doet over twee weken, op 14 september, uitspraak.