Vader uit Soest 3 jaar na overlijden pasgeboren zoontje verdacht van doodslag

© RTV Utrecht / Timo Anceaux
SOEST - Een 40-jarige man uit Soest wordt drie jaar na het overlijden van zijn vijf weken oude zoontje door het Openbaar Ministerie verdacht van het opzettelijk doden van het kindje.
De vader, die een ernstige neurologische aandoening heeft, verscheen vandaag voor het eerst in een openbare zitting voor de rechter. Hij heeft vier maanden geleden verklaard dat hij van de trap is gevallen toen hij met zijn zoontje naar boven liep en zou daar uit paniek drie jaar lang over hebben gezwegen. Maar volgens het OM blijkt dat het kind door geweld is overleden. Vader O.T. wordt daarom verdacht van doodslag.
De verdachte was zelf bij de zitting aanwezig. Door zijn ziekte is zijn motoriek ernstig aangetast en zat hij hevig schuddend voor de rechters. Hij had hoorbaar moeite met spreken en kon met behulp van een rollator nog maar moeizaam opstaan en lopen. Doorgaans zit hij in een rolstoel.

Gezwegen

Op 8 september 2018 belden de verdachte en zijn vrouw 112, omdat het misging met de vier weken oude baby. Dat zou zijn gebeurd toen hij zijn zoontje de fles gaf. Er kwam een traumahelikopter ter plaatse voor eerste hulp en het kindje werd met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Daar overleed het jongetje een week later aan hersenletsel.
De artsen die de baby destijds onderzochten, ontdekten dat het kind bloeduitstortingen had en specifieke fracturen die alleen door geweld zouden kunnen zijn veroorzaakt. De vader en moeder werden destijds door het OM als verdachten gezien, maar niet aangehouden. Over een val hebben zij toen niets gezegd.

Wachtlijst

De bevindingen van de artsen moesten na de dood van het kindje nog worden geanalyseerd door deskundigen van het Nederlands Forensisch Instituut. Door lange wachtlijsten, kwam het NFI pas kort geleden met conclusies. Volgens de deskundigen is het zeer waarschijnlijk dat de baby met kracht werd vastgepakt en dat de fatale verwondingen zijn veroorzaakt door heftig schudden en door hevig stomp, botsend geweld op het hoofd.
Toen T. in juni werd aangehouden, verklaarde hij dat hij met zijn zoontje van de derde of vierde trede was gevallen toen hij de trap opliep. Zijn benen zouden het ineens hebben begeven. Het jongetje zou met zijn hoofd op de plavuizen terecht zijn gekomen. Daarna zou hij zelf op de tegels zijn gevallen. Door de enorme paniek zou hij niets over de val hebben gezegd. Het is opvallend dat hij na het inzien van de conclusies van het NFI zijn verklaring bijstelde. Hij zou al halverwege de trap zijn geweest toen hij het kind liet vallen.

Contra-expertise

De rechtbank heeft beslist dat T. psychisch wordt onderzocht in het Pieter Baan Centrum. Ook wordt op verzoek van advocaat Bussink door deskundigen gekeken of het scenario dat zijn cliënt schetst kan kloppen. Zo worden de trap en plavuizen in zijn huis nader onderzocht. Ook zal op verzoek van de verdediging worden onderzocht of T. door zijn aandoening destijds wel in staat was om zijn kind hevig door elkaar te schudden.
Er zijn over de verwondingen van de baby aanvullende vragen gesteld aan een deskundigen van het NFI. Een expert op het gebied van het zogenoemde 'shaken baby syndroom' zal op verzoek van de verdediging worden benaderd voor een contra-expertise.

Verdachte blijft vastzitten

De verdediging vroeg de rechtbank om T. zijn proces in vrijheid af te laten wachten, mede vanwege zijn slechte gezondheid. Dat werd door de rechtbank afgewezen, omdat het om zeer ernstige verdenkingen gaat die voor veel maatschappelijke beroering kunnen zorgen. T. zit op dit moment vast in een speciale instelling in Zeist voor verdachten met medische problemen.
Het gaat vanwege de observatie in het PBC en al het aanvullende onderzoek nog lang duren voor de zaak inhoudelijk wordt behandeld. Op 17 januari is er daarom weer een tussenzitting in de zaak.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.