'Miljoenen van Rijk nodig om Spakenburgse botters boven water te houden'

Spakenburg huisvest het merendeel van de zogenoemde bruine vloot, die bestaat uit meer dan vierhonderd antieke vracht- en vissersschepen. Met name de botters zijn in onze regio erg bekend, maar ook Friese skûtsjes en een enkel koggeschip horen bij het varende erfgoed. De schepen varen nog altijd en worden gebruikt om de herinnering aan de impact van de Zuiderzee op de dorpen aan de voormalige kust levend te houden.

Het noodsignaal aan Den Haag komt van de provincies Utrecht, Flevoland, Overijssel en Friesland, de vertegenwoordiging van samenwerkende schepen, de brancheorganisatie voor de beroepschartervaart en de Vereniging Zuiderzeegemeenten. "Spakenburg is rentmeester van een uniek stukje cultureel erfgoed in de vorm van de meest complete historische vissershaven van Nederland", zegt burgemeester Van de Groep namens de gemeente.

"Naast een nog in bedrijf zijnde botterwerf liggen er in de haven een groot aantal historische schepen, waaronder veel authentieke botters. Zonder historische schepen echter geen historische havens meer. Als een van de Zuiderzeegemeenten zetten we ons daarom in voor geld vanuit het Rijk voor het behoud van alle Nederlandse historische schepen."

De coronatijd heeft de bruine vloot van Spakenburg geen goed gedaan, werd vanmorgen op Radio M Utrecht duidelijk. De botters zijn het afgelopen jaar minimaal uitgevaren en als toerisme weinig inkomsten oplevert, loopt het achterstallig onderhoud ook snel op. Stichting Behoud Museumhaven Spakenburg wil dat de botters niet alleen blijven varen, maar ook een middel blijven om de cultuur, de kennis en het ambacht van de Zuiderzeevisserij over te dragen aan scholen, toeristen, nieuwe vrijwilligers en andere belangstellenden.

De vraag aan de ministers van EZK en OCW is om volgend jaar eenmalig 1 miljoen bij te dragen en vanaf 2023 2,5 miljoen euro per jaar. Ook is er een garantiefonds nodig om de rente bij de financiering van erfgoedschepen laag te houden. Verder willen de indieners dat het Rijk meedenkt over een manier om de maritieme monumenten duurzaam en veilig te houden. De bedoeling is dat de sector daardoor sterker wordt en ook zelf meer geld in het laatje kan brengen. Eerder dit jaar maakte gemeente Bunschoten zelf al geld vrij voor de bruine vloot in de eigen haven.