Bakker boos op gemeente vanwege vergunning voor concurrerende oliebollenkraam: 'Ik loop gigantisch veel omzet mis'

ZEIST - Wat doe je als er tegenover je bakkerij een oliebollenkraam wordt neergezet? Bakker Adriaan Vonk uit Zeist is daar in ieder geval behoorlijk pissig over. Hij stuurde een boze brief naar de gemeente Zeist. Maar na anderhalf jaar is er nog steeds geen duidelijkheid. De oliebol als heet hangijzer in een verhaal over twee concurrenten en de gemeente Zeist: "Wij zien de oliebol niet als eerste levensbehoefte."
Bakker Adriaan Vonk is boos. Heel boos op de gemeente Zeist. Want al voor het tweede jaar op rij staat er in winkelcentrum De Clomp in Zeist een oliebollenkraam op enkele tientallen meters van zijn bakkerswinkel. "Ik loop in december gigantisch veel omzet mis, want we verkopen altijd veel oliebollen. Maar nu niet. Mensen zien die kraam staan, halen daar hun oliebollen en kopen bij mij dan alleen nog een halfje wit", zegt Adriaan gefrustreerd.
Ik loop in december gigantisch veel omzet mis, want we verkopen altijd veel oliebollen. Maar nu niet
Bakker Adriaan Vonk
Vonk is vooral geïrriteerd omdat de gemeente Zeist de vergunning volgens hem nooit had mogen verstrekken. "De gemeente heeft in het contract beloofd om niet mee te werken aan nieuwe detailhandelsontwikkelingen in dit winkelcentrum voor de komende 10 jaar. En nu staat hier dus die oliebollenkraam."
In winkelcentrum de Clomp zijn ook nog drie supermarkten die straks ook duizenden oliebollen verkopen. Daar was bakker Vonk van op de hoogte toen hij het contract tekende. Maar de oliebollenkraam kwam van de één op andere dag voorrijden.
Adriaan verkoopt zijn bollen elk jaar vanaf september. En sinds 1 oktober doet de oliebollenkraam dat aan de overkant van de parkeerplaats. Bakker Vonk stuurde al twee keer een bezwaarbrief naar de gemeenteraad, maar wacht nog steeds op antwoord. De verhuurder van het winkelcentrum steunt de bakker en diende ook een bezwaar in.

De concurrerende bakker

Waar bakker Adriaan Vonk graag zijn verhaal doet, blijft Frans Baegen van de concurrerende oliebollenkraam liever in de luwte, maar hij is geen onbekende in Zeist. Al 35 jaar zijn de oliebollen van Frans en zijn vrouw Yvonne te koop bij hun kraam op het Emmaplein en nu dus ook bij winkelcentrum De Clomp.
"We zijn blij met deze vergunning, want we wilden hier al een tijdje graag staan. Eerst stonden we bij de Steynlaan, maar daar moesten we weg", vertelt Frans. "Verder is dit iets tussen de gemeente en meneer Vonk en daar wil ik het verder bij laten."
De oliebollenkramen van Frans Baegen staan al 35 jaar in Zeist.
De oliebollenkramen van Frans Baegen staan al 35 jaar in Zeist. © RTV Utrecht / Christiaan Drent
De situatie tussen de bakkerswinkel en de oliebollenkraam in Zeist, is iets wat ze niet vaak voorbij zien komen bij de Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel, die ook de oliebolkramen vertegenwoordigt.
"De oliebol van een bakker heeft een andere status dan de oliebol van een kraam. Je moet je juist onderscheiden als bakker en vertellen waarom jouw oliebol de beste is. Ik vind het mooi om te zien dat een ondernemer zo strijdt voor zijn zaak, maar soms bereik je meer met honing dan met azijn", zegt Marty Bleeker.
De oliebol is voor veel bakkers de kers op de slagroom
Frank Janssen van het Nederlands Bakkerij Centrum
Frank Janssen van het Nederlandse Bakkerij Centrum snapt de boosheid van bakker Vonk wel. "De oliebollen zijn voor bakkers echt belangrijk. Het is aan het einde van het jaar voor bakkers de kers op de slagroom. Als er goede concurrentie is, kost dat je gewoon volume en omzet."
Oliebollen worden namelijk in grote hoeveelheden snel gebakken en zijn daarom voor een bakker erg lucratief. De winstmarge is vrij hoog want met een gebakje ben je een stuk langer bezig. Daarnaast eten Nederlanders toch allemaal zo'n 2 tot 3 oliebollen per jaar, dus dat zijn er miljoenen in totaal.
Janssen: "Iedereen wil daar een graantje van meepikken. Oliebollenkramen zijn natuurlijk heel gespecialiseerd en bakken vaak goede oliebollen. Ze zijn dus wel degelijk concurrentie voor de ambachtelijke bakker."
Al honderden jaren eten Nederlanders oliebollen. Vroeger waren het trouwens geen bollen, maar platte koeken die gebakken werden in olie. Ze waren rijk, vet, goed houdbaar en beschermden goed tegen de ijzige winterkou. Rond kerst werden de koeken gegeten om het einde van de vastentijd te vieren. Ook werden ze net als kniepertjes (een soort wafelkoek) uitgedeeld aan armen in deze periode. Rond de 17e eeuw werden de oliekoeken ronder van vorm doordat er meer olie beschikbaar kwam uit gekolonialiseerde landen. Pas in de 19e eeuw ontstond de traditie om de oliebol te eten bij oud en nieuw.

De gemeente

De gemeente Zeist laat weten dat de afspraken over detailhandelsontwikkelingen in winkelcentrum de Clomp alleen gelden voor bedrijven die voorzien in dagelijkse levensbehoeften, zoals brood, groente en fruit. Oliebollen horen daar volgens de gemeente niet bij. Ook is concurrentie geen criterium bij het verlenen van een vergunning voor een standplaats, zegt een woordvoerder.
Eind deze maand worden de bezwaren van bakker Vonk besproken door het college. Dan wordt ook gekeken of de vergunning voor de oliebollenkraam bij winkelcentrum De Clomp moet worden herzien.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Slotstad RTV.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.