Nazorg belangrijk voor dekkend AED-netwerk in provincie Utrecht: 'Je hebt het inderdaad zwaar met een reanimatie'

Wil, Hannie en Freddy bij een reanimatiepop.
Wil, Hannie en Freddy bij een reanimatiepop. © RTV Utrecht / Robert Jan Booij
PROVINCIE UTRECHT - In provincie Utrecht zijn zo'n 1300 beschikbare AED's en ruim 21.000 burgerhulpverleners die kunnen reanimeren. Ook in de rest van Nederland is het BHV- en AED-netwerk goed genoeg om binnen zes minuten iemand te reanimeren, waar ze ook zijn. Dat is een enorme mijlpijl en dat is voor de Hartstichting reden voor een feestje: koning Willem-Alexander komt langs voor een coronaproof viering in Den Haag.
Maar ook op lokaal niveau wordt stil gestaan bij dit bijzondere moment. Zo ook in Wijk bij Duurstede: "Wij zijn er ook best trots op. We zouden naar Den Haag gaan om het te vieren maar door corona gaat het niet door. Dus wij volgen het nu vanmiddag thuis", vertelt vrijwilliger Wil van Dijk. Zij is in het dorp medeverantwoordelijk voor het dichte netwerk van BHV'ers en AED'ers.
Wat feitjes:

- Nederland eerste land ter wereld met landelijk reanimatienetwerk burgerhulpverleners.

- Burgerhulpverleners zijn gemiddeld 2,5 minuut sneller ter plaatse dan een ambulance.

- Recent onderzoek toont aan dat overlevingskans hartstilstand thuis 50 procent hoger is dankzij inzet burgerhulpverleners.

Hartstilstand

Jaarlijks worden zo'n 17.000 mensen buiten het ziekenhuis getroffen door een hartstilstand. Door de jaren heen zijn de kansen op overleving enorm verbeterd. In de jaren '90 van de vorige eeuw was de overleving nog 9 procent, terwijl dit percentage inmiddels is gestegen tot bijna 25 procent. Zelfs in het buitengebied van Wijk bij Duurstede hangt er eentje. Maar hoe werkt een AED nou precies op verlaten plekken zoals Overlangbroek?
"Als iemand je vindt, wordt er gelijk 112 gebeld. Dan gaat er ook een melding naar de vrijwilligers, dan krijg je een app op je telefoon of je rechtstreeks naar het slachtoffer kan met een AED of eerst ergens een AED moet ophalen en dan naar het slachtoffer kan", legt Van Dijk uit.
Bijna vijftien jaar geleden begon ze met haar missie om het reanimeren en de AED onder de aandacht te brengen. Ze merkt dat het de laatste jaren makkelijker is geworden om mensen enthousiast te maken om het proces van reanimeren en alles wat erbij komt kijken onder de aandacht te brengen. "Je moet het wel uitvinden en heel veel hobbels nemen voordat we het landelijke netwerk in konden. Er waren nog niet zoveel burgerhulpverleners, we hebben in de loop der jaren heel veel mensen moeten opleiden en dat is op heel veel plaatsen van de grond gekomen."

Direct helpen

Iemand die daar hartstikke dankbaar voor is, is Hannie van Deur. Haar man kreeg vijf jaar geleden een hartstilstand. "Doordat zijn collega's direct hebben ingegrepen en ook de reanimatiecursus hebben gevolgd, konden ze hem helpen. En omdat er een AED in de buurt was, die moest nog wel even gehaald worden, is hij wel goed geholpen."
Zelf besloot ze ook een cursus te doen, omdat ze ook iemand wil helpen als ze in de buurt is. Tot nu toe is dat nog niet voorgekomen. "Het lijkt me heel zwaar. Ik heb dat tot nu toe nog niet meegemaakt", vertelt ze.
Hannie over de reanimatie van haar man: "De AED was in de buurt maar moest even gehaald worden"
Freddy Scherpenzeel, voorzitter van Stichting AED HartstikkeNodig, heeft dat al wel meerdere keren meegemaakt. "Daar heb je het inderdaad zwaar mee. Wij hebben bij onze stichting wel nazorg, een psycholoog die we kunnen benaderen", legt hij uit. "Je kunt er een gesprek mee aan gaan om te verwerken."
En dat is iets wat Van Dijk ook heel belangrijk vindt. Volgens haar heeft namelijk iedereen het in zich om iemand te reanimeren en een AED te bedienen. "De nazorg staat bij ons heel hoog in het vaandel. En ik vraag ook altijd aan de vrijwilligers die betrokken zijn geweest bij een reanimatie: bel me en ik ben er voor je!"
Vrijwilligers Wil, Freddy en Hannie vinden nazorg erg belangrijk: "Het staat heel hoog bij ons in het vaandel"

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.