Museum Speelklok bouwt bijzonder orgel na: 'Je zult nooit twee keer hetzelfde horen.'

© Jean Paris
UTRECHT - In Museum Speelklok, in Utrecht, is nu een heel bijzonder orgel te zien: het mini-componium. Dat instrument is een replica van het componium uit ongeveer 1800 en het bijzondere van deze orgel is dat het zelf automatisch willekeurige melodieën componeert.
Martin Paris is normaal gesproken restaurateur voor Museum Speelklok, maar terwijl het museum in lastige coronasferen verkeerde, zat Paris thuis aan dit bijzondere project te werken. De basis voor de replica is een orgel van de Duits-Nederlandse Diederich Nicolaus Winkel, die eind 18e eeuw bijzondere mechanische cilinderorgels bouwde. ''Hij is zo'n groot voorbeeld. Iemand die zo goed is in zijn vak, totaal toegewijd, dat is fantastisch om te zien'', vertelt Paris.
Museum Speelklok heeft vanaf morgen een zelfcomponerende orgel

Stuk

Winkel was een specialist in het maken van salonorgels. Zijn grootste werk in het museum is het 3,5 meter hoge componium. Het bijzondere aan deze salonorgel is dat het telkens door het 'toeval' nieuwe melodieën componeert en daarmee is het uniek: ''Mensen reisden hiervoor naar Parijs toe en betaalden veel geld om een stuk van het componium te luisteren. Het was een soort magie.''
Een salonorgel is een orgel die vroeger bij de allerrijkste burgerij in de salonkamer te vinden was. Het idee is dat je de orgel aanzet en er vervolgens geleidelijk een gewicht naar beneden zakt. Doordat het gewicht naar beneden zakt draaien de cilinders van het orgel. Op deze cilinders staan voorgeprogrammeerde melodieën en dus speelt het orgel door net zo lang tot het gewicht niet meer verder kan zakken. Het Componium is vanuit dezelfde basis als de salonorgel gebouwd, maar heeft een randommechaniek waardoor puur door willekeur bepaalt wordt welke cilinder gehoord wordt.
Na zes jaar daar tentoongesteld te hebben gestaan, begon het verval van het componium. Het werd door een fout bij de douane vochtig opgeslagen. ''Daar kunnen deze cilinders echt niet tegen.'' De afgelopen 200 jaar is van alles geprobeerd, maar het componium werkt niet meer zoals het zou moeten.

Mini-componium

Paris hoopte met een jaar klaar te zijn, maar ''dat werd toch twee jaar''. Door middel van schematische tekeningen, veel foto's en vooral veel uren zwoegen is het toch gelukt. '"Dat nou net het meest unieke werk van Winkel niet meer werkt, vond ik een beetje sneu. Daarom hoop ik op deze manier dat een heel klein beetje op te lossen.'' Het is voor hem berekend, maar Paris' instrument zou in theorie achtereenvolgend 90 dagen lang melodieën 'per toeval' kunnen componeren. Naar schatting enkele miljoenen dagen minder dan die van Winkel: ''Eigenlijk kun je zeggen: 'je zult nooit twee keer hetzelfde horen'.
Martin Paris en zijn mini-componium
Martin Paris en zijn mini-componium © Jean Paris
Het mini-componium krijgt in het museum een bijzondere plek. Namelijk naast het originele componium van Winkel en daarmee kent het museum nu twee componia: ''Over dat meervoud hebben we 200 jaar niet hoeven nadenken, want er was er altijd maar één.''
De ruimte waar de twee componia of componiums te vinden zijn, is onderdeel van de expositie 'Toeval bestaat niet' en hier kun je dus het komend halfjaar terecht voor een uniek stukje muziek.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.