Documentaire over voortgang restauratie Domtoren: van kloostermoppen tot pinakels
UTRECHT - Corona of geen corona, de restauratie van de Domtoren ligt op schema en gaat nog altijd 'volle kracht vooruit'. Nog drie jaar lang zal het icoon van Utrecht in de hoogste steigerconstructie van Nederland staan. Regisseur Camiel van den Boogaard heeft een meerdelige documentaire gemaakt over de restauratie. Van het hele onderzoeksproces naar het juiste gesteente tot aan de laatste steiger, elk jaar volgt er een nieuwe film. Vandaag is op RTV Utrecht het zesde deel van de documentaire te zien en die is ook hier online te zien.
Restauratie Domtoren, volle kracht vooruit
Handwerk
In deze zesde aflevering van de documentaireserie zien we dat de restaurateurs natuursteen en bakstenen die te slecht zijn geworden vervangen. Die bakstenen zijn niet zomaar bakstenen, maar zogeheten kloostermoppen, veel groter en minder strak dan de moderne bakstenen. Een steenfabriek in Heteren maakt ze nog met de hand, precies zoals in de bouwtijd van de Domtoren.
Vanaf de lopende band wordt de klei voor de bakstenen met de hand in een mal geworpen, legt Derck Zilverschoon van steenbakkerij Zilverschoon uit. "Daar spelen we ook mee. Als we hem wat minder hard gooien, krijg je een wat ronder hoekje. Gooi je hem wat harder, dan krijg je hem wat strakker in de vorm. Dat is eigenlijk wat er vroeger ook gebeurde. Niemand gooide constant dezelfde hoeveelheid klei, met dezelfde kracht in de mal. Dat proberen wij nu ook te doen. De slordigheid en de onbeholpenheid van vroeger proberen we na te bootsen."
Ook de ovens waarin de stenen worden gebakken staan veel minder strak afgesteld dan normaal. Door verschillende temperaturen te programmeren willen ze de grilligheid van vroeger benaderen. "Uit één kleisoort kan je heel veel kleurtjes halen. Dus we gaan van paars, tot oranje, van groen tot aan bronskleurig. Er zit een behoorlijke schakering in."

Op het oog nahakken
De natuurstenen ornamenten die te slecht zijn om behouden te blijven, worden ook zo exact mogelijk nagemaakt. Dat gebeurt bij een beeldhouwer in Achterveld. Met een elektrische dremel in plaats van hamer en beitel, worden hier kopieën gemaakt van de rijk versierde pinakels die vervangen moeten worden. "Na zo'n 150 jaar zijn ze op en moeten ze worden vervangen", legt beeldhouwer Koen van Velzen uit. "Wat wij dan doen, is de oude opmeten en een sjabloon maken. Dat helpt bij vinden van de contouren. Daarna is het vooral op het oog nahakken."
Het resultaat is te zien in de documentaire, een metershoog ornament, met weelderige eikenbladen van natuursteen. "We hebben heel veel eer van ons werk", zegt Van Velzen. "Als je straks die toren helemaal opklimt en je loopt helemaal bovenop, dan kijk je zo tegen deze kruisbloemen aan."

Een tweede leven
De stenen, ornamenten en ander puin dat van de Domtoren komt, worden trouwens niet weggegooid, maar krijgen waar het kan een tweede leven. Een groot sierelement gaat naar een themapark in Japan, waar de Domtoren bijna levensgroot is nagebouwd. Ook begraafplaats Daelwijck kreeg een metershoge pinakel, op een veld waar nabestaanden nu as kunnen verstrooien bij een stuk van de Dom. Daarnaast was er ook een prijsvraag; wie het beste idee had kreeg een stuk van de toren om het zo nieuw leven in te blazen.

De restauratie heeft ook een jammerlijke bijkomstigheid. De Domtoren is dit jaar even niet meer de hoogste kerktoren van Nederland. Op 12 november tilde wethouder Eelco Eerenberg de windvaan met de afbeelding van Sint Maarten van de toren voor restauratie. Ook het kruis onder de beschermheilige krijgt een opknapbeurt, waardoor de Domtoren vijf meter korter is. De eer van de hoogste toren gaat daarom nu naar de Nieuwe Kerk in Delft. Dit 108 meter hoge bouwwerk torent net een meter boven de gekortwiekte Dom uit. Volgend jaar komen beide elementen weer terug en is de Domtoren opnieuw 112 meter hoog.

Deze documentaireserie is mede mogelijk gemaakt door de gemeente Utrecht.