Prikspijt woord van het jaar na oproep van vaccinweigeraars

De term prikspijt kreeg 82,2 procent van de 49.000 stemmen en won het ruimschoots van woonprotest (3,7 procent) en wappiegeluid (3,6 procent), aldus Ton den Boon, hoofdredacteur van de Dikke Van Dale, bekend.

De Utrechtse uitgever Van Dale omschrijft prikspijt als spijt die iemand heeft van het feit dat hij zich heeft laten vaccineren tegen een bepaalde besmettelijke ziekte. Den Boon vermoedt dat het woord deels aan de overweldigende winst is geholpen na een oproep op sociale media om massaal op prikspijt te stemmen.

"Dat gebeurt wel vaker", aldus Den Boon vanmorgen op Radio M Utrecht. "Het woord van het jaar weerspiegelt de tijd waarin we leven, met bijvoorbeeld het ongenoegen dat mensen hebben omdat de coronavaccins niet de gehoopte heropening van de samenleving brachten. En we zien polarisatie in de samenleving, mensen zijn het er niet mee eens."

De coronacrisis was ook terug te vinden in veel andere van de vijftien genomineerde woorden, zoals prikpolarisatie, vaccinatievoordringer, wappiegeluid, boosterprik, deltavariant, doorbraakinfectie, QR-samenleving en pandemocratie. Andere genomineerde woorden waren finfluencer, gevoeligheidslezer, grotsyndroom, intimiteitsvacuüm, memeaandeel en woonprotest. Mensen konden ook zelf woorden insturen waarvan ze vonden dat die kans moesten maken op de titel.

De roem van een 'woord van het jaar' is overigens vaak maar van korte duur. "Anderhalvemetersamenleving, de winnaar van vorig jaar, is eigenlijk al weer uit beeld geraakt", zei Den Boon. "Ook dagobertducktaks en appongeluk zijn snel verdwenen. Het is net als met de krant, waar de volgende dag de vis in wordt verpakt."

Toch zijn er ook blijvertjes, weet Den Boon. "Selfie is de bekendste. Dat woord won in 2013 en is niet meer weg te denken. Boomer uit 2019 is er nog zo een. Bokitoproof, de winnaar van 2007, gebruiken we niet meer, maar we zeggen bijvoorbeeld nog wel dat Vladimir Putin 'bokitopolitiek' voert.