Nog weinig beweging in sportdeelname van mensen met een beperking

Archief
Archief © ANP
UTRECHT - Mensen met een beperking voldoen nog minder vaak aan de beweegrichtlijnen dan mensen zonder een beperking. Ook sporten, fietsen en wandelen ze minder vaak in hun vrije tijd, zo blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut uit Utrecht.
Alleen wandelen springt eruit. Dat is iedereen de afgelopen jaren meer gaan doen en ook mensen met een beperking maken vaker een ommetje. Maar verder blijkt er tussen 2001 en 2019 weinig vooruitgang geboekt te zijn. Waar mensen zonder beperking in achttien jaar tijd zeker 10 procent meer zijn gaan bewegen, geldt dat niet voor mensen mét een beperking. "Zij wandelen dus wel iets vaker, maar sporten en fietsen zien we op de lange termijn niet toenemen", zegt onderzoeker Remko van Dool.
Sinds begin deze eeuw is er wel meer geld en aandacht van de overheid voor de bevordering van de sport- en beweegdeelname van mensen met een beperking, maar tegelijkertijd wordt daarin in de praktijk dus weinig vooruitgang geboekt. Toch kun je volgens van Dool niet glashard zeggen dat allemaal geen zin heeft. "Daarvoor spelen er teveel factoren mee."

Opleidingsniveau

In 2019 voldoet 51 procent van de volwassenen aan de beweegrichtlijnen van de overheid, tegen 27 procent van de mensen met een lichamelijke beperking. Wat wel opvalt is dat mensen met een hoger opleidingsniveau veel meer sporten en bewegen. Hoger opgeleiden mét een beperking sporten zelfs vaker dan lager opgeleiden zónder beperking.
Dat biedt wel hoop voor de toekomst, zegt Van Dool. "Als je maar lang genoeg wacht, zal het bewegen toenemen. Je ziet namelijk dat het opleidingsniveau met sprongen toeneemt en dan zie je ook dat dat effect groter is. Maar het is wel een zaak van een lange adem."

Belemmering

Een groot deel van de bevolking is er inmiddels wel van overtuigd dat sporten en bewegen goed is voor de gezondheid. Dat geldt ook voor mensen die niet of weinig sporten en bewegen. Maar die enkele overtuiging is nog niet voldoende om ook echt van de bank te komen. Mensen met een beperking noemen pijn bijvoorbeeld vaker als belemmering om te gaan bewegen.
Maar waarom sommigen dan toch wel in actie komen en anderen niet is nog onduidelijk. Het opleidingsniveau blijkt mee te spelen en wellicht heeft het ook met 'sportsocialisatie' te maken, veronderstellen de onderzoekers. Wie als kind al leert dat bewegen erbij hoort, zal dat later mogelijk langer volhouden.

Moeilijk

Toch blijft gedragsverandering moeilijk, met roken zijn we immers ook al best lang bezig. "Je kan mensen niet gaan dwingen om te sporten en bewegen. Een deel van de mensen vindt het ook gewoon niet leuk. En je moet ook gewoon eerlijk zijn dat het best veel tijd kost, om elke dag een uur te bewegen. Het is ingewikkeld om mensen andere patronen te leren."
En wie wel gemotiveerd is kan de moed altijd nog in de schoenen zakken omdat het praktisch niet altijd goed geregeld is. Mensen met een beperking die serieus willen sporten lopen ook tegen problemen aan, omdat het vervoer bijvoorbeeld niet goed geregeld is. Of omdat er toch geen financiële ondersteuning is om een en ander mogelijk te maken. Vanwege deze hobbels zal volgens de onderzoekers wellicht een deel van de mensen afzien van serieuzere sport en zich beperken tot voor velen bereikbare mogelijkheden zoals wandelen, fietsen en fitness.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.