Van Rossem Vertelt: het rampjaar 1672 had Utrecht vooral aan zichzelf te danken

Provincie Utrecht - Precies 350 jaar geleden in 1672, was het rampjaar voor Nederland. En uit nieuw onderzoek blijkt dat de provincie Utrecht de Franse bezetting in die tijd, vooral te danken heeft aan een beslissing die de regenten van stad Utrecht dat jaar namen.
Even het geheugen opfrissen: 1672 is de boeken in gegaan als het 'rampjaar'. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden wordt door vier partijen - Engeland, Frankrijk en de bisdommen Münster en Keulen - aangevallen. De Franse legers hebben het vooral voorzien op Utrecht en omgeving. Op 23 juni van dat jaar nemen ze de stad in.
Met de bezetting begint een waar schrikbewind. De Utrechtse bevolking moet de Franse soldaten inkwartieren - in huis nemen - en de goedgevulde Utrechtse schatkist wordt geplunderd. Die Franse soldaten moesten immers gewoon uitbetaald worden. Voor alle éxtra kosten hieven de Fransen belastingen. Betaalde je die niet, dan werd je bezit platgebrand. Niet alleen in de stad wordt veel brand gesticht, ook veel buitenplaatsen langs de Vecht en op de Utrechtse Heuvelrug eindigen smeulend.
Met recht een rampjaar dus. Maar wat blijkt uit onlangs gepubliceerd onderzoek: we - nou ja, de Utrechtse regenten van toen - hadden het aan onszelf te danken.

Eigen schuld, dikke bult

Maarten van Rossem laat zich bij Fort Wierickerschans, één van de forten van de Oude Hollandse Waterlinie net op onze provinciegrens, door historicus Leen Ouweneel bijpraten over de denkfout die de Utrechters maakten en hoe ze zo het rampjaar over zichzelf afriepen.
Een waterlinie is een linie, bestaande uit een aaneengesloten geheel van onder water te zetten terreinen en versterkingen - forten, vestingen - op de tussenliggende kwetsbare stukken. Dat onder water zetten noemen we 'inundatie'. Als het land eenmaal onder water staat, kan de vijand er niet meer voorbij.

In Nederland kennen we de Oude en de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De Oude Hollandse Waterlinie beschermde alleen 'Holland', het gebied dat we nu Noord- en Zuid-Holland. Door de komst van de Nieuwe Hollandse Waterlinie wordt ook de stad Utrecht beschermd.

"Wanneer je kijkt naar de kaarten van de Oude en Nieuwe Hollandse Waterlinie valt meteen op dat de nieuwe linie een veel groter gebied beschermt. Gebied waar wij als Utrecht bij horen", concludeert Maarten terwijl hij over de kaart buigt. "Waarom liep de waterlinie niet gelijk al op de die plek, zodat Utrecht zou worden beschermd?"
Historicus Ouweneel deed vijf jaar onderzoek en ontdekte in het Nationaal Archief in Den Haag in eeuwenoude stukken dat de regenten - de bestuurlijke elite van die tijd - zélf de waterlinie als verdediging van Utrecht tegenhielden. "En wil je weten waarom?", vraagt Ouweneel, "omdat ze bang waren dat Amersfoort een te belangrijke handelsstad zou worden."

Verbinding tussen Amersfoort en de Rijn

"Kijk, hier staat het: "dat de Stadt Uijtrecht (...) gelijck off te vreesen was dat het selve aenleijdinge soude geven tot een doorvaert vande Stadt Amersvoort aff tot in den Rhijn, ende sulcx de commercie uijt de ZuijderZee, inden Rhijn brengen sonder de Stadt Uijtrecht te passeren". Met andere woorden, er was 'gedoe', want de regenten wilden niet dat er goederen van de Zuiderzee via Amersfoort naar de Rijn konden gaan, omdat Utrecht dan commercie zou missen!"
Nu was Utrecht in die tijd een zeer welvarende stad. Ook toen al bloeiden ambachten en nijverheid en was Utrecht een belangrijk knooppunt van verkeerswegen. Voor het omringende platteland, waar de adel nog een stevige stempel op drukte, diende de stad als centrum van voorzieningen. Die positie wilden ze natuurlijk houden.
Een misrekening, zo is gebleken. Eind 1673 vertrokken de Fransen, de stad bankroet achterlatend. En veel boeren en dorpen in de omgeving werden geplunderd.
Leen Ouweneel heeft over zijn onderzoek ook een boek geschreven: 'Regenten en de Waterlinie in het Rampjaar'.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.