Van winter- naar zomertijd: torenbeheerder Jaap verzet de klok van vijf Utrechtse kerken

Officieel wordt de klok om 02.00 uur 's nachts verzet, maar de wekker van Van Engelenburg gaat pas een paar uur later. "Meestal smokkel ik een paar uurtjes en ga ik er pas om 06.00 uur op uit. Dat heeft niemand in de gaten", grinnikt Van Engelenburg. "De mensen die het wél doorhebben, zijn vaak toch halfdronken."

Tot voor kort moest Van Engelenburg via de trappen veertig meter omhoog om de Domklok te verzetten. "Dat gebeurt met het uurwerk dat de vier wijzerplaten aandrijft. Als je het uurwerk aanpast, neemt hij ook meteen de wijzerplaten mee. Dus in feite draai ik met twee vingers aan vier heel grote wijzerplaten." Vooral in het laatste weekend van oktober - dus als de klok weer een uur terug wordt gezet - levert dat een gek beeld op. "Omdat het uurwerk alleen vooruit gedraaid kan worden, draaien de wijzers dan even heel hard rond, want die klok moet dan elf uur inhalen om weer op de juiste tijd te komen."

Maar omdat de Domtoren op dit moment wordt gerenoveerd, verloopt het verzetten van de tijd voorlopig een stuk eenvoudiger. "Op de steiger aan de buitenkant zitten tijdelijke wijzerplaten met een elektrische motor. Dus daar heb ik een makkie aan, daar hoef ik momenteel niks aan te doen. De computer corrigeert dat zelf."

Als Van Engelenburg klaar is met de Domtoren, moet hij ook nog langs vier andere kerken in de gemeente. Dat zijn de Geertekerk, Jacobikerk en de Nicolaïkerk in de Utrechtse binnenstad, de Torenpleinkerk in Vleuten en het koetshuis van landgoed Oud-Amelisweerd. Veel werk kost dat niet, want de meeste kerken hebben inmiddels een geautomatiseerd uurwerk.

Van Engelenburg besluit: "Ik vind het altijd heel leuk om te doen. De stad is 's morgens om 06.00 uur altijd heel leuk omdat het dan heel stil is. Je hoort dan de bezemwagens en misschien een enkele dronken student. Er zijn weinig momenten dat de stad stil is, maar op zondagmorgen is het altijd rustig."