Gekruld sikkelmos duikt na 150 jaar op in Tienhoven: 'Het gaat dus echt goed met het trilveen'

gekruld sikkelmos
gekruld sikkelmos © Bas Kers
Tienhoven - Een bijzondere vondst in de Oostelijke Binnenpolder van Tienhoven. Onlangs vond een vrijwilliger van Natuurmonumenten in de buurt van de Tienhovense Plassen een plantje, dat in 1865 voor het laatst in dat gebied werd gezien. Het gaat om gekruld sikkelmos. Natuurmonumenten is blij met de vondst. Het geeft aan dat het goed gaat met het laagveengebied. "Daar word je onwijs enthousiast van", zegt Abe van 't Wout, boswachter ecologie bij Natuurmonumenten. "Je doet heel veel moeite en als maatregelen dan werken, maakt je dat ongelofelijk blij."
Abe van 't Wout weet het gekrulde sikkelmos niet te vinden en zelfs de oud-collega die het vond weet niet meer precies waar. Tijdens een onderzoek naar de trilvenen ontdekte hij het mosje en nam een stukje mee naar huis. Onder de microscoop bleek het om gekruld sikkelmos te gaan. "Als je mos nooit van dichtbij hebt gezien, is alles gewoon mos", vertelt van 't Wout. "Maar als je het goed bekijkt, zijn mossen fantastisch mooie plantjes. Ze hebben heel uiteenlopende vormen. Het gekruld sikkelmos doet zijn naam dan ook eer aan; de bladeren zijn sikkelvormig."

Rood schorpioenmos

Naast het gekrulde sikkelmos, vond Natuurmonumenten ook andere mossen, waaronder het rood schorpioenmos. "Het heeft een hele gave vorm. Het blad staat als de stekel van een schorpioen gekruld omhoog."
Dat rode schorpioenmos was altijd al aanwezig in de Oostelijke Binnenpolder, maar is de laatste tijd flink toegenomen. Hoe het gekruld sikkelmos na ruim 150 jaar weer op heeft kunnen duiken is ook voor Natuurmonumenten een mysterie. Van 't Wout: "Kan het zijn dat de sporen van zo'n mosje zo lang overleven? Of is het altijd al aanwezig geweest en nooit ontdekt?" Ook kan het zijn dat de sporen van sikkelmos zich over een hele grote afstand hebben verspreid, vertelt van 't Wout. "Van de sporen van mossen is bekend dat ze zich heel makkelijk over tientallen kilometers kunnen verspreiden door de wind."

Trilvenen herstellen zich

Wat geen mysterie is, is dat de omstandigheden in de Oostelijke Binnenpolder klaarblijkelijk ideaal zijn voor de mossoorten. "Het is bijzonder dat het 150 jaar geleden is dat dit gekrulde sikkelmos voor het laatst is aangetroffen in dit gebied", vertelt van 't Wout. "Maar wat misschien nog wel bijzonderder is, is dat het een fantastisch verhaal vertelt. Dat de maatregelen om het trilveen te herstellen, gewerkt hebben. Dat is hoopgevend, omdat trilvenen kwetsbaar zijn en heel zeldzaam. Op veel plekken lukt dat instandhouden niet."

Trilvenen zijn heel zeldzaam in Nederland en kwetsbaar. Natuurmonumenten heeft als opdracht om trilvenen in stand te houden. Van 't Wout: "Het ecosysteem van het laagveen ziet eruit als een kaartenhuis. Al die verschillende fases en natuurtypen zijn belangrijk voor het in stand houden van dat kaartenhuis. Trilveen is één van die kaarten in dat kaartenhuis. Dat willen we zeker niet verliezen."

Van 't Wout doelt op de maatregelen die de provincie Utrecht in 2019 heeft genomen om de natuur te herstellen in het gebied. In een groot deel werd de voedselrijke bovengrond afgegraven, om kwetsbare planten meer ruimte te geven. Ook kreeg schoon en kalkrijk grondwater van de Utrechtse Heuvelrug daardoor meer kans om naar boven te kwellen. Daarnaast werd het waterpeil in het gebied aangepast. "In de winter wordt het water hoger gezet. Dat loopt dan in het land en de kalk die in het water zit, komt op die manier in het land terecht. In het voorjaar zakt het water weg en dan ontstaan kale plekjes. En op veel plekjes waar veel kalk is, komen dan die typische trilveenmosjes tevoorschijn."
Met name het rood schorpioenmos reageerde goed op de maatregelen van de provincie vertelt van 't Wout: "Dat is een typische trilveensoort. De uitbreiding daarvan is voor ons het meest spectaculair. Het zegt ons dat het echt goed gaat met het trilveen."
Betekent de vondst van deze mossen dan ook dat er meer plantensoorten gaan komen? Van 't Wout weet het wel zeker. "We kijken continu of we soorten kunnen aantreffen die typisch zijn voor het trilveen. Zo worden bijvoorbeeld plantensoorten zoals de Groenknolorchis en bepaalde soorten van de Zegge aangetroffen. Door te onderzoeken of groeiplaatsen van die soorten toe- of afnemen, weten we of het goed gaat met het veen of niet en of we meer maatregelen moeten nemen."

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.