Minister De Jonge staat achter Utrechtse aanpak om statushouders voorrang te geven op woningen

Utrecht - Minister Hugo de Jonge heeft geen bezwaar tegen de aanpak van de gemeente Utrecht om statushouders zes weken voorrang te geven op sociale huurwoningen. Dat schrijft De Jonge in een reactie op Kamervragen van de VVD.
De gemeente Utrecht heeft sinds 1 augustus vier weken lang bijna alle vrijgekomen sociale huurwoningen (90 procent) toegewezen aan statushouders. In eerste instantie zou dit zes weken duren, maar de achterstand inhalen ging sneller dan gedacht. Na vier weken werden er alweer sociale huurwoningen op de reguliere manier toegewezen aan woningzoekenden.
Dit jaar moet Utrecht 650 statushouders huisvesten, met de tijdelijke voorrangsregeling voor statushouders zit de gemeente weer op schema. De minister deelt de kritiek van de VVD niet en vindt de aanpak van Utrecht rechtvaardig. "Momenteel verblijven veel statushouders nog in de asielopvang omdat zij niet kunnen doorstromen naar reguliere woningen." Dit is volgens de minister één van de redenen waarom mensen buiten moeten slapen in Ter Apel. Tegelijkertijd remt dit de statushouders om te beginnen met hun integratie in Nederland, vindt De Jonge. Dat Utrecht, een gemeente die achter liep op de plicht om statushouders te huisvesten, op deze manier ervoor kies om de achterstand versneld in te lopen sluit volgens de minister aan op het beroep dat het kabinet op hen doet.

Bouw flexwoningen versnellen

Om de woningnood te bestrijden gaat Utrecht samen met het Rijk, de provincie en woningcorporaties de bouw van 1.500 tijdelijke flexwoningen versnellen. Ook daar is de minister over te spreken. Hoewel het huisvesten van statushouders voornamelijk gebeurt in reguliere woningen, vindt De Jonge het een goede oplossing om statushouders een flexwoning toe te wijzen.
In de weken dat statushouders voorrang hadden op een sociale huurwoningen, zijn niet alle beschikbare plekken naar statushouders gegaan. Ongeveer 10 procent van de vrijgekomen huizen is alsnog toegewezen aan woningzoekenden op de urgentielijst. Inmiddels is de verdeling weer als voorheen, waarbij 30 procent naar bijzondere en kwetsbare woningzoekenden (inclusief statushouders) gaat en 70 procent naar reguliere woningzoekenden.

Omstreden besluit Utrecht

Het besluit van de gemeente Utrecht was omstreden. De VVD vond het ongewenst dat statushouders tijdelijk voorrang zouden krijgen. VVD-Kamerlid Peter de Groot uitte zijn ongenoegen onder meer via Twitter:
Een maand na zijn tweet stelde Peter de Groot Kamervragen aan minister De Jonge over de Utrechtse aanpak. Waarin hij het voornemen 'asociaal en onrechtvaardig' noemde dat mensen die al jarenlang op de wachtlijst staan nog langer moeten wachten.
De Jonge deelt die mening dus niet en verwijst naar de wettelijke taakstelling van gemeenten om statushouders te huisvesten. "Utrecht heeft de keuze gemaakt om de achterstand op de wettelijke taakstelling op deze wijze in te vullen." Daarnaast vindt de minister het positief dat er nieuwe flexwoningen worden neergezet. "Zo zorgt Utrecht ervoor dat de sociale voorraad uitbreidt en in de toekomst juist een kleiner aandeel van vrijkomende sociale huurwoningen aan vergunninghouders toegewezen hoeft te worden."

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.