Van Rossem Vertelt: waarom er na 1430 geen grote stadsbranden meer waren in Utrecht

Van Rossem Vertelt over Stadsbranden
Van Rossem Vertelt over Stadsbranden © RTV Utrecht
utrecht - Vrijwel alle oude steden hebben een geschiedenis vol stadsbranden. Niet zo gek, als je bedenkt dat de steden tot in de middeleeuwen bestonden uit enkel houten gebouwen. Bovendien kenden de meeste steden nog geen brandweer. Dus áls het brandde in de stad, dan fikte het goed. Ook Utrecht kent een aantal grote stadsbranden, met die van 1253 als dieptepunt: vierhonderd tot vijfhonderd huizen werden in de as gelegd. Maar er is iets opvallends: na pak 'm beet 1430 brandt het nog maar zélden in de stad. Maarten van Rossem zocht uit hoe dat kan.

Vanaf deze week een nieuwe serie Van Rossem Vertelt, waarin Maarten van Rossem ons op zijn kenmerkende wijze meeneemt door de geschiedenis van de provincie Utrecht. In deze serie onder andere feministe Joke Smit, Kozakkendag, de Boerenleenbank en de wijk Vollenhove in Zeist.

Waarom hielden de grote stadsbranden in Utrecht op na 1430?

Als de brandweer

De volgende keer dat je over de Oudegracht in Utrecht wandelt moet je eens goed op de trappen naar de werf letten. Bijna al die trappen liggen vóór een steegje. Goed bedacht, door het stadsbestuur van honderden jaren geleden. Steeds weer het zelfde patroon: steeg - trap - Oudegracht.
Mensen die aan de steegjes woonden hadden vroeger verplicht emmertjes in huis. Zodra er brand was en de brandtoeter ging, maakten de bewoners een keten en gingen als een speer emmers grachtenwater doorgeven om de brand te blussen.

Na 1430

De branden waren de schrik van de burgers en de zorg van het laatmiddeleeuwse stadsbestuur van Utrecht. Een ingenieus systeem van subsidies - vergelijkbaar met de subsidies van nu op bijvoorbeeld zonnepanelen - werd bedacht voor het gebruik van steen. Niets liet het stadsbestuur na om de verstening in een beetje rap tempo door te laten gaan.
Meer steen in de stad is een van de belangrijkste redenen dat er na 1430 eigenlijk geen noemenswaardige branden in Utrecht meer zijn geweest. De stad was daarmee voorloper, want een stad als Londen brandde in 1666 nog vier dagen lang, met als resultaat 87 verloren kerken, tientallen verwoestte overheidsgebouwen en 13.200 huizen die in vlammen op gingen.

Brandwachten

Behalve de verstening van de stad, waren ook de brandwachten van groot belang. Deze brandwachten stonden bovenop de 10 meter hoge stadsmuren, maar verbleven ook voor langere tijd op hoge plekken. Zo woonden er brandwachten op de toren van de Buurkerk (zelfs tot 1916) en in de Domtoren. Een eervolle, verantwoordelijke baan, waarbij je vooral niet in slaap mocht vallen. Om dat te bewijzen speelde de brandwacht om het uur een deuntje, om aan te tonen dat hij de stad nog scherp in de gaten hield.

Vandaag - op 1 oktober - start de 'Maand van de Geschiedenis'. Thema van dit jaar is 'Wat een ramp'. RTV Utrecht blikt deze maand terug op de grote en kleinere rampen die onze provincie overkwamen.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.