Kantoren en winkels minder vaak omgebouwd tot woning

Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De neerwaartse spiraal van het aantal ongebouwde panden is landelijk al een aantal jaar te zien. Waar er in 2018 en 2019 nog ruim 12.000 transformatiewoningen bijkwamen, zakt dat nu dus onder de 10.000. In onze provincie schommelt het aantal van dit soort verbouwingen nogal. Zo was er van 2018 op 2019 een daling van ongeveer 1120 tot zo'n 850 omgebouwde panden.

Van 2020 zijn er geen exacte cijfers voor de hele provincie bekend, maar de cijfers van de gemeenten Utrecht en Nieuwegein verraden dat het aantal dat jaar weer boven de duizend gelegen moet hebben. In Nieuwegein kwamen er dat jaar bijna 560 woningen voort uit transformaties, in Utrecht 545. In 2021 komt het totaal in de provincie uit op ongeveer 735.

Zowel landelijk als in de provincie springt de gemeente Nieuwegein er de afgelopen jaren uit. Ook vorig jaar zijn er in die gemeente weer 300 transformatiewoningen bijgekomen. Dat zijn er meer dan in Utrecht en Amersfoort samen. Ook relatief gezien doet Nieuwegein het goed. Bijna de helft van het totale aantal opgeleverde woningen in die gemeente had eerst een andere functie. Landelijk is dat ongeveer 10 procent.

Een goed voorbeeld daarvan is de Nieuwegeinse wijk Rijnhuizen. Die buurt was eerst een bedrijvenwijk, maar is sinds de kredietcrisis langzaam omgebouwd tot een woonwijk. In totaal zijn daar zeven kantoorgebouwen getransformeerd tot woningen, met in totaal plek voor ongeveer duizend mensen.

Toch is het omturnen van allerlei soorten panden tot woningen niet de oplossing voor het woningtekort. Volgens het CBS blijft nieuwbouw nog altijd de belangrijkste factor voor de groei van het aantal woningen. Zo werden alleen al in 2021 71.000 nieuwbouwhuizen opgeleverd. Dat is ongeveer evenveel als de in totaal 75.000 transformatiewoningen die sinds 2015 zijn opgeleverd. In dat jaar begon het CBS met het bijhouden van cijfers over woningtransformaties.