In 2030 geen daklozen meer? Zo wil de staatssecretaris dat doen

De titel van het actieplan verklapt zijn strategie: Eerst een Thuis. Volgens het concept 'housing first' worden mensen zo snel mogelijk aan een vaste woning geholpen. "Wat we gewend zijn is dat mensen eerst een tijd in de opvang verblijven en daarna via een urgentieregeling een huis krijgen. We willen het eigenlijk omdraaien. We beginnen met een huis en de zorg komt dan in huis om daar te helpen om problemen op te lossen", legt Van Ooijen uit.

"Het is misschien wel de meest ingewikkelde tijd om zo'n aanpak te starten", zegt Van Ooijen doelend op de huidige woningnood. "Tegelijkertijd moet je er een keer mee beginnen want de urgentie is hartstikke groot." Hij ziet de problemen op de woningmarkt en de grote groepen woningzoekenden. "Maar ook voor deze groep moet er een plek op de woningmarkt zijn", zegt hij.

De gemeente Utrecht ziet dat het lastig is om vanuit de daklozenopvang door te stromen naar een eigen woning. Dat komt door de woningnood en deels door een tekort aan personeel en geld.

Afgelopen oktober deed de Utrechtse wethouder Rachel Streefland nog een oproep aan het kabinet samen met andere wethouders uit grote steden. Ze zien dat het aantal daklozen onder andere toeneemt door de woningcrisis en inflatiecrisis. De gemeente is overwegend positief over het actieplan dat goed aansluit bij de Utrechtse aanpak. Zo zijn er in Utrecht al meerdere mensen geholpen volgens het 'housing first' principe.

Om te zorgen dat er binnen acht jaar niemand meer op straat slaapt is er meer nodig dan 'housing first'. Zo wil Van Ooijen voornamelijk inzetten op preventie door bijvoorbeeld vroeg te beginnen met schuldhulpverlening. Daarnaast wil hij geen beleid maken zonder ervaringsdeskundigen en oog houden voor alle verschillende soorten mensen die op straat komen te staan. Bijvoorbeeld jongeren, mensen uit de LHBTIQ+ gemeenschap en dakloze EU-burgers.