Strijd om pontje Nieuwer ter Aa beloond: er komt een nieuwe fietsbrug, pontje blijft voorlopig varen

Er was een hoop om te doen: het pontje in Nieuwer ter Aa, dat het dorp met Breukelen verbindt. Rijkswaterstaat besloot dat het pontje uit de vaart moet "omdat de veiligheid niet gegarandeerd kan worden". Tot onvrede van de mensen in de omgeving, die benadrukten dat de vaarverbinding volop gebruikt wordt. Er volgden een petitie en meerdere acties van onder meer actiecomité Laat ons niet zwemmen.

Dit najaar werd duidelijk dat het pontje waarschijnlijk niet gered zou worden. Maar, vonden de bezwaarmakers, het zou op z'n minst moeten blijven varen tot er een fatsoenlijk alternatief zou zijn. Zoals een fietsbrug. Maar daar moest nog politieke steun én geld voor gevonden worden. Na inmenging van de Tweede Kamer leek die kans steeds groter te worden en vandaag is daar dan het verlossende woord: die fietsbrug, die komt er.

Het actiecomité Laat ons niet zwemmen zegt in een eerste reactie blij te zijn met het besluit. "Als actiecomité, dorp, gemeente en medestanders zien we onze inspanningen beloond. Van ons had de pont best mogen blijven want we vonden en vinden hem niet onveilig. Maar overeenstemming over de aanleg van een fietsbrug is voor alle gebruikers van de pont een geweldig mooi resultaat."

Ook Frank van Liempt, wethouder ruimtelijke ordening in Stichtse Vecht, is tevreden met de uitkomst. "De verbinding over het kanaal is enorm belangrijk voor Nieuwer ter Aa. Nu hebben we zicht op een fietsbrug, en de pont blijft in de vaart. Een mooi onderhandelingsresultaat."

Het gaat om een plan voor de langere termijn, schrijven het Rijk, de provincie en de gemeente Stichtse Vecht in een gezamenlijke verklaring. "De brug is niet in één dag gerealiseerd", schrijven de partijen. Het is dan ook het uitgangspunt om de pont voorlopig in de vaart te houden. Mocht dit niet lukken, bijvoorbeeld omdat er onvoldoende personeel beschikbaar is, wil het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vervangend vervoer regelen.

Het Rijk draagt maximaal 20 miljoen euro bij aan de fietsbrug, de provincie 5 miljoen en de gemeente 2 miljoen. Van Liempt noemt de 2 miljoen "best wel wat", maar vindt het wel een schappelijk bedrag. "Sommige dingen kosten nu eenmaal geld, en dit is zo belangrijk voor onze kern. Als je het bedrag over een aantal jaar wegschrijft is het te overzien."

Hoe de brug er uit gaat zien, wanneer de aanleg start en wanneer deze klaar is, is allemaal nog niet duidelijk. Hier moet onderzoek naar worden gedaan. Als deze uitkomsten er zijn gaan het Rijk en regio in overleg over het vervolg.