Van luiergeld tot sportbijdrage: gemeenten ‘dichten gaten’ voor armen

© ANP
Provincie Utrecht - Gemeenten hebben in totaal meer dan zestig extra regelingen ontworpen om arme inwoners te helpen, bovenop de bijstand en landelijke tegemoetkomingen. Maar waar je recht op hebt verschilt per gemeente, waardoor het echt uitmaakt in welke gemeente je woont. Zo kent Leusden een 'luierbijdrage', stelt Woudenberg 215 euro voor verenigingsactiviteiten beschikbaar, biedt Nieuwegein een energiecoach en werkt Bunschoten aan een 'sportregeling voor volwassenen'.
Afhankelijk van waar je woont in Nederland kun je ook nog in aanmerking komen voor een 'verjaardagsvoucher', 75 euro kleedgeld per kind of een vergoeding bij een bezoek aan de dierenarts. Dat blijkt uit een rondgang van de NOS en de regionale omroepen waaraan bijna tweederde van de gemeenten (214 van de 344) meewerkte. In de meeste deelnemende plaatsen wordt volgend jaar meer geld uitgetrokken voor inkomensondersteunende maatregelen. In veel gevallen is ook dit jaar al meer geld uitgegeven aan inkomensondersteuning dan vorig jaar.

Hogere inkomensnorm voor energietoeslag

Daarbij proberen verschillende gemeenten in een tijd van hoge inflatie en een energiecrisis niet alleen de armste gezinnen tegemoet te komen, maar ook de lagere middeninkomens die het eveneens moeilijk hebben. Meer dan vijftig van hen hanteren bij de toekenning van de energietoeslag van 1300 euro een inkomensnorm die soepeler is dan de gebruikelijke 120 procent van de bijstandsnorm. In Utrecht is dat zelfs 150 procent, waardoor duizenden mensen meer er gebruik van kunnen maken. Veel andere gemeenten in onze regio zitten op de 130 procent.

Gemeenten voeren een aantal regelingen uit voor de laagste inkomensgroepen die overal hetzelfde zijn, zoals de (bijzondere) bijstand en kwijtschelding van lokale belastingen. Daarnaast bedenken zij dus eigen regelingen, soms in samenwerking met omliggende plaatsen. Een bloemlezing uit het aanbod in heel Nederland op dit moment:

isolatiesubsidie, witgoedregeling, subsidie aan de voedselbank, kortingsregeling maaltijden, ‘fashioncheque’, speelgoedbank, pc-vergoeding internetabonnement, tegemoetkoming huiswerkbegeleiding, kind en ontbijt-regeling, waardebon energiebesparende maatregelen, korting woonlasten, sociaal klusteam, energiecoaches, fietsregeling, VVV-cadeaukaart in december, boodschappenpas, vergoeding voor sport en cultuur, noodfonds ter voorkoming van woninguitzetting of energieafsluiting, compensatie eigen risico zorgverzekering, tegemoetkoming chronisch zieken, vergoeding leges gehandicaptenkaart, gratis zwemles voor A-diploma, gratis ID-kaart kinderen, gratis menstruatieproducten, gratis dagdelen peuteropvang, bijdrage kinderopvang, maaltijdverstrekking, gratis bellen naar instanties, energielening voor verduurzamen huis, bijdrage diftar en rioolheffing, energienoodfonds.

De rondgang leert dat de ene gemeente veel meer energie steekt in zijn armoedebeleid dan de andere. Voor een deel zijn die lokale verschillen goed verklaarbaar: de grootste steden kennen de hoogste percentages arme inwoners en geven er ook relatief het meeste geld aan uit. Waar een kleine gemeente als Woudenberg hier rond de 175.000 euro aan kwijt is, gaf Utrecht dit jaar dik 20 miljoen uit aan inkomensondersteuning. Amsterdam en Rotterdam gaan daar overigens nog ruim overheen met 86 miljoen en ruim 60 miljoen.
Kleine, maar ook middelgrote gemeenten hebben doorgaans een minder uitgebreid aanbod, zo blijkt uit de antwoorden. Wel zeggen veruit de meeste ondervraagde gemeenten in de regio Utrecht dat ze volgend jaar meer geld uittrekken voor inkomensondersteunende regelingen. De gemeente Utrecht kondigde gisteren al aan dat er ruim 1 miljoen extra wordt uitgetrokken en ook Amersfoort komt met extra regelingen: een gratis identiteitskaart voor kinderen én een bijdrage in dierenartskosten.

Uitkering te laag om van te leven

De vraag die verschillende gemeenten in heel Nederland bij dit alles stellen is of zij hiermee niet "pleisters aan het plakken zijn waar de landelijke overheid het laat liggen", zoals Roermond het uitdrukt. "Het Nibud constateert al jaren dat een bijstandsuitkering te laag is voor huishoudens om van te leven. Het is ons inziens tijd voor een algehele herziening van het bestaansminimum en de daarmee samenhangende hoogte van uitkeringen." Hengelo zit op dezelfde lijn: "Inkomenspolitiek is voorbehouden aan het Rijk, als gemeente zijn we eigenlijk gaten aan het dichten." En Scherpenzeel constateert bitter: "Gemeenten komen er bijna niet onderuit om inwoners extra te compenseren via aanvullende inkomensregelingen. Dit om te voorkomen dat men bij schuldhulp aanklopt".
Woudenberg constateert verder nog dat niet alle mensen die er recht op hebben die inkomensondersteuning ook echt aanvragen. De gemeente wil de komende tijd ook "meer inzetten op het verhogen van het bereik van de regelingen". Utrecht zegt daarnaast al langer in Den Haag te lobbyen voor een hoger minimuminkomen, zodat inwoners in hun primaire levensonderhoud kunnen voorzien.
Maar een eventuele aanpassing van dat bestaansminimum zal sowieso nog een tijdje op zich laten wachten. Afgelopen zomer stelden de ministers Schouten en Van Gennip een commissie in die hierover advies moet uitbrengen. Dat advies wordt pas in de zomer van 2023 verwacht.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.