Dit is waarom werkgevers stakend personeel eigenlijk moeten omarmen

© RTV Utrecht / Annemarie de Wit
Provincie Utrecht - In tegenstelling tot andere Europese landen, zijn we in Nederland niet zo gewend aan stakingen. Dat lijkt de afgelopen tijd wel anders. Een kleine greep uit afgelopen maand: buschauffeurs, Etos-medewerkers, postbezorgers en werknemers uit de drankenhandels legden het werk neer. Dat ging er soms best rigoureus aan toe: zo kon je afgelopen donderdag en vrijdag misschien niet met de bus naar werk of school. Staat ons ouderwetse poldermodel – overleg voeren waarbij uiteindelijk iedere partij water bij de wijn doet – onder druk?
Het klinkt misschien gek, maar werkgevers zouden hun stakende personeel eigenlijk moeten omarmen. "Als er een tijd is dat mensen gaan kijken of het gras ergens anders groener is, dan is het nu", legt Jeroen Schuil van het UWV uit. 'The Great Resignation', het uit Amerika overgewaaide fenomeen dat veel werknemers na de coronapandemie van baan wisselen, is volgens het UWV ook in Nederland te zien – al is het hier nog niet zo grootschalig als in de VS.
Schuil: "Ze zien bij andere banen meer ontwikkelingsmogelijkheden, misschien zelfs een hoger salaris. En als het daar niet bevalt, ach, dan is er op de huidige arbeidsmarkt nog wel een andere baan waar je terechtkunt. En in het uiterste geval wil je voormalige werkgever je soms ook nog wel terugnemen."
Stakend personeel heeft de handdoek nog niet in de ring gegooid, zij hopen dat er binnen hun organisatie iets verandert. "Werknemers die zich roeren, tonen een stukje betrokkenheid. Dat zouden werkgevers moeten waarderen, juist in deze tijd waarin je zo gemakkelijk naar een andere werkgever kunt overstappen als het niet bevalt."

Er valt iets te halen

De arbeidsmarkt van nu – veel vacatures en weinig personeel – zou zomaar een van de redenen kunnen zijn dat werknemers, al dan niet met hulp van de vakbonden, meer eisen van hun baas en in het uiterste geval voor een staking kiezen. Er valt simpelweg wat te halen: een beter salaris wellicht.
"Ik denk alleen niet dat meer geld de primaire drijfveer is", zegt Universiteit Utrecht-hoogleraar Joop Schippers. "Door de krapte op de arbeidsmarkt zie je ook een enorme werkdruk in allerlei sectoren en daarnaast hebben we te kampen met enorme inflatie. Nu pas merken we hoezeer de lonen de afgelopen jaren zijn achtergebleven." Dat alles komt volgens Schippers nu samen en maakt dat mensen meer eisen van hun werkgever. Niet alleen qua salaris, ze willen ook onderhandelen over hun werkomstandigheden.
Schippers wijst fijntjes op de onvrede die er in sommige sectoren al langer heerst. "Het ov bijvoorbeeld, daar is jarenlang op bezuinigd. De infrastructuur rammelt. En wie worden daar als eerst mee geconfronteerd? Het personeel. Zij krijgen de boze reizigers over zich heen. En dat terwijl zij juist degenen zijn die hun werkgever er al jarenlang op wijzen op dat het misgaat. Door de bijzondere economische omstandigheden van dit moment zijn mensen ontvankelijker voor het idee: de beuk erin. En als het nodig is, dan maar staken."
Stakende buschauffeurs liepen 19 januari een mars door Utrecht.
Stakende buschauffeurs liepen 19 januari een mars door Utrecht. © RTV Utrecht / Hannah Cammeraat
En zo kan het gebeuren dat zelfs "de keurige dames van de Bijenkorf" – woorden van Schippers – de taken neerleggen. "Ook zij hebben het gevoel dat het water tot de lippen staat en dat het nu genoeg is."

Gele hesjes

Worden we hier dan ook zo'n samenleving van 'gele hesjes', het Franse symbool voor protest? Nee, denkt Schippers. "In Nederland zijn we gewend om te polderen: alles eerst rustig met elkaar bespreken, misschien allebei wat water bij de wijn doen. Bij de stakingen die er de afgelopen tijd waren, legde ook lang niet iedereen het werk neer. Dat staken zoals ze in andere Europese landen doen, dat zit niet in de sociaaleconomische genen van ons land. Er zijn mensen die beweren dat we wél die kant op gaan. Maar ik denk dat je dat pas achteraf kunt concluderen, ik durf die conclusie er nu in ieder geval nog niet aan te verbinden."
Voor werkgevers die hun personeel onverhoopt toch kwijtraken, liggen er volgens Jeroen Schuil van het UWV nog genoeg kansen. "Er zijn nog steeds groepen op zoek naar werk zijn, zoals 60-plussers en mensen met een arbeidshandicap. Wij kunnen werkgevers helpen om bijvoorbeeld enkele aanpassingen in hun bedrijf te doen waardoor ook die werknemers bij hen aan de slag kunnen."

Polderen

En blijft het personeel ontevreden? Uiteindelijk valt volgens beide experts de meeste winst toch te halen in dat ouderwetse Nederlandse poldermodel. "Praat met elkaar, kijk wat er kan", zegt Schuil. "Ik snap ook dat er werkgevers zijn die het lastig hebben na corona, en dat een looneis van 10 procent simpelweg niet gáát. Maar leg dat dan uit. Polderen leidt uiteindelijk tot de beste resultaten."

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.