Blijheid over Utrechtse belofte voor meer nachtclubs: ‘Bruisende stad verdient een paar goede clubs’

"Het is slechts een visie en er zijn nog geen harde plannen. Maar we voelen ons wel gehoord en we kunnen nu met z'n allen gaan werken aan het nieuwe beleid in de Utrechtse nacht", zegt Waseq.

En dat nieuwe beleid is behoorlijk welkom, zegt Shaked Franke van Nachtoverleg Utrecht. "We zitten in een spiraal waar we niet uitkomen met het huidige vergunningensysteem en gebrek aan locaties", vertelt hij. "Bestaande nachtclubs kunnen niet groeien en nieuwe ondernemers vinden geen nieuwe locaties. Ik denk dat we in verhouding tot het aantal mensen dat in de nacht graag danst, weinig plekken hebben. Er is daardoor veel druk op het bestaande programma omdat er zoveel vraag naar is."

Daar sluit Levi Smulders van poppodium De Helling zich bij aan. "Kijk, voor ons is het heel gunstig want het gaat hier heel goed qua bezoekers. En dat komt omdat er nu veel minder aanbod is dan vroeger. Wij zitten net buiten het centrum. Maar een bruisend centrum zoals dat van Utrecht verdient ook een paar goede clubs. Nu heb je BASIS en Poema, maar daar kan echt nog wel wat bij. Nu gaat bijna iedereen naar de kroeg, wat misschien nog wel meer overlast oplevert dan een club."

Maar wat bedoelt iedereen nou met een club? Het kan eigenlijk alle kanten op. Een donkere kelder met stampende techno of een feestzaal waar muziek uit de jaren 70 wordt gedraaid. Een filmcafé waar je ook een dansje kan wagen of een jazzclub.

"Een club kunnen we beter als een cultureel centrum omschrijven dat opereert in de nacht", zegt Shaked Franke. "Je verdient geld, maar niet zoveel als je verdient met bijvoorbeeld een restaurant. Onder andere daardoor is het voor pandeigenaren vaak onaantrekkelijk om met de nacht in zee te gaan."

Maar valt een kroeg dan ook onder de term nachtclub? "Nee," zegt Omar Waseq van theatercafé Teatro. "Je hebt natuurlijk wel een kroegencultuur in Utrecht, maar een nachtclub voegt echt wat meer toe. En je ziet tegenwoordig dat verschillende vormen van cultuur gecombineerd worden. Neem bijvoorbeeld dB's. Dat is eigenlijk een oefenruimte voor bands maar je kan er ook een drankje drinken of iets eten, je kan er een bandje kijken en er zijn allerlei evenementen. En wanneer je dat soort dingen combineert dan heeft zo'n club bijna geen subsidie meer nodig om te opereren. Daar rijst de cultuur bijna uit de grond."

En dat is precies waar het knelt. Want als culturele organisatie krijg je een vergunning voor een dansclub of voor een horecazaak of om films te vertonen. Maar niet allemaal tegelijk. Wanneer ondernemers die zaken gaan combineren dan ziet de gemeente dat meestal wel door de vingers.

"Maar wanneer een buurtbewoner dan gaat klagen, dan heb je geen poot om op te staan en dat is qua duurzaamheid hartstikke gevaarlijk", zegt Levi Smulders van De Helling.

De gemeente Utrecht is daarom van plan om beter in gesprek te blijven met de ondernemers van de nacht. Daarnaast worden subsidies toegankelijker en wil de gemeente drie nieuwe locaties realiseren waar 's nachts gedanst kan worden. Het gaat om kleine plekken tot 150 bezoekers maar ook om grotere ruimtes voor 500 gasten.