Weerstand tegen de wolf groeit met de leeftijd en wat nog meer opvalt aan de resultaten uit het Kieskompas

Provincie Utrecht - Oudere Utrechters vinden veel vaker dan jongeren dat de wolf niets te zoeken heeft in onze provincie. Ook vinden de meeste Utrechters dat recreatie mag worden beperkt om de natuur te beschermen. Dat blijkt uit de antwoorden die mensen uit de provincie gaven in het Kieskompas.
In aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen van 15 maart staat RTV Utrecht iedere werkdag stil bij één van de verkiezingsthema's. Vandaag staat natuur centraal. Hieronder lees je wat Utrechters antwoordden bij een aantal stellingen in het Kieskompas die over dit onderwerp gaan.
Stelling: In de provincie Utrecht is geen ruimte voor de wolf
Willen we wolven in onze provincie? Die vraag zorgt voor veel verdeeldheid onder Utrechters. Dat is ook terug te zien in de cijfers van het Kieskompas. 40 procent van de Utrechters ziet het roofdier het liefst wegblijven uit de regio. Bijna hetzelfde percentage - 39 procent - vindt juist dat we wél ruimte moeten creëren voor de wolf.
Bioloog Ad van Gestel vertelde vorig jaar in gesprek met RTV Utrecht dat verschillende factoren van belang zijn bij hoe graag mensen de wolf naar de provincie zien komen. "Het belangrijkste is hoe mensen zichzelf zien in verhouding tot de natuur. Dat noemen we in de wetenschap de mens natuur-relatie", zei van Gestel, die onderzoek deed naar de perceptie van de wolf. Ook de plaats waar iemand woont, maakt volgens hem veel verschil. "Mensen in de stad zullen minder 'last' van een wolf hebben, dan mensen die wonen in bosrijk gebied."
Dat verschil tussen stad en platteland is deels terug te zien in de cijfers. In de steden Utrecht en Amersfoort vindt 45 procent dat er in Utrecht ruimte moet zijn voor de wolf, in de rest van de provincie is dat maar 34 procent.
Een betere voorspeller voor wat Utrechters vinden van de aanwezigheid van de wolf, lijkt leeftijd te zijn. Hoe ouder iemand is, hoe groter de kans dat diegene het dier liever niet naar de provincie ziet komen. Zo vindt 64 procent van de mensen ouder dan 65 jaar dat de wolf weg moet blijven, tegenover 25 procent van de groep 18 tot 34 jaar. Ook in de leeftijdsgroepen daartussenin is die trend goed te zien.
Stelling: Om natuurgebieden (zoals de Vinkeveense Plassen en de Utrechtse Heuvelrug) te beschermen, mag recreatie daar worden beperkt
Over deze stelling zijn de Utrechters een stuk minder verdeeld dan over de wolf. Twee derde van de inwoners van de provincie is het hier mee eens, tegenover 28 procent die oneens heeft ingevuld. Als het aan de gemiddelde Utrechter ligt, is natuurbehoud dus belangrijker dan recreatie.
Er zijn wel een aantal verschillen te zien in welke groepen hier het vaakst 'eens' invulden. 73 procent van de vrouwen deed dat. Bij mannen was dat iets minder, 62 procent. Ook tussen theoretisch- en praktisch-geschoolden is een verschil te zien. Bij die eerste groep was 73 procent voor, bij die tweede 60. Toch blijkt vooral dat een meerderheid van alle subgroepen die het Kieskompas hanteert het eens is met deze stelling.
Wie naar de partijen kijkt ziet wel een aantal opvallende dingen. Zo is de SP één van de tegenstander van het beperken van recreatie om natuurgebieden te beschermen, terwijl van de mensen die van plan zijn op die partij te stemmen ruim twee derde voor is.
Er is maar één partij die tegen is waarvan de potentiële stemmers die mening in meerderheid delen. Dat is BVNL. Bij FVD spant het erom. De partij zelf is het 'helemaal niet eens' met de stelling, terwijl hun achterban verdeeld is. 41 procent is tegen, 42 procent is voor.
Stelling: De provincie moet bestaande natuurgebieden uitbreiden, ook al verdwijnt er dan landbouwgrond
Natuur tegenover landbouw. Het is maar de vraag of zo'n tegenstelling ook echt bestaat, want bijvoorbeeld de Natuur- en Milieufederatie pleitte vorig jaar juist voor meer samenwerking tussen natuur en boer door de natuur te integreren in hun bedrijfsvoering. Desondanks worden de twee in aanloop naar deze verkiezingen vaak tegenover elkaar geplaatst.
De Utrechtse kiezer is over dit onderwerp in ieder geval erg verdeeld. 39 procent vindt dat de provincie geen landbouwgrond moet opofferen voor het uitbreiden van bestaande natuurgebieden, 41 procent vindt dat dat wel moet gebeuren.
Wat opvalt is dat mensen uit de steden Utrecht en Amersfoort het hier vaker mee eens zijn dan hun provinciegenoten. De helft van de stedelingen is voor, terwijl dat in de rest van de provincie maar 37 procent is. Ook tussen de twee steden zijn verschillen. Zo geeft in Utrecht 54 procent de voorkeur aan het uitbreiden van bestaande natuurgebieden, terwijl in Amersfoort 44 procent dat doet.
Een nog groter verschil is te zien tussen praktisch- en theoretisch-opgeleiden. Van de praktisch geschoolden is een meerderheid van 54 procent het oneens met de stelling, terwijl maar 26 procent het eens is. Bij theoretisch geschoolden is precies andersom. Daar is 56 procent het ermee eens en 27 procent het oneens.
Wat deze uitkomsten van het Kieskompas gaan betekenen voor de verkiezingsuitslag, moet blijken op 15 maart. Wil je meer lezen over het thema natuur? Ga dan naar onze speciale verkiezingspagina over dit onderwerp. Daar vind je onder meer onderstaande explainer over het onderwerp.
Wat doet de provincie voor onze natuur? Wij leggen het je uit in deze video
Dit verhaal tot stand is gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.