Minder betaalbare woningen in Utrecht door stijging huurprijzen

© Mitros
Utrecht - Utrecht levert jaarlijks rond de 3000 woningen op, maar het aantal betaalbare woningen in de stad neemt steeds verder af. Dat staat in de gemeentelijke rapportage 'Wonen in Utrecht'. Het aandeel sociale huurwoningen neemt af en ook in de middencategorie zijn er minder woningen.
Volgens de gemeente is dit veelal het gevolg van marktontwikkelingen. De afname van het aandeel sociale huur komt vooral door een stijging van de huurprijzen. Huizen die eerst goedkoper waren zijn nu boven de sociale huurgrens uitgestegen, waardoor die woningen in een andere categorie vallen. Dat geldt vooral voor de particuliere sector, het aandeel corporatiewoningen is redelijk gelijk gebleven. Ook in de middencategorie zijn er nu minder woningen, omdat ze daarvoor te duur zijn geworden.

Woonlasten

Met de prijzen stijgen ook de woonlasten van Utrechters. Huurders in de particuliere sector zijn gemiddeld het meeste kwijt. Zij betalen 16 euro per vierkante meter en gemiddeld ruim 1000 euro per maand, een stijging van 42 procent in tien jaar. In die periode bleven de lasten in de corporatiesector constant rond gemiddeld 600 euro en in de koopsector daalden de lasten zelfs.
Nieuwe woningen worden gemiddeld gezien wel steeds kleiner in Utrecht. De gemiddelde woninggrootte van alle woningen vorig jaar bedraagt 95 vierkante meter. Woningen die vanaf 2015 zijn gebouwd hebben een gemiddelde grootte van 86 vierkante meter. In de particuliere huursector lopen de prijzen per vierkante meter daarom ook sterk op.

Nieuwbouw neemt af

Vergeleken met de andere grote steden bouwt Utrecht volgens de gemeente relatief nog veel woningen ten opzichte van de bestaande voorraad. Nu levert Utrecht jaarlijks nog 3000 woningen op, maar het is maar de vraag of dat de komende jaren ook gaat lukken. Het aantal vergunde nieuwbouwwoningen is in 2021 namelijk meer dan gehalveerd. In 2022 is dat wel weer iets gestegen, maar nog steeds lager dan de jaren ervoor. Doorgaans zit er drie jaar tussen de vergunning en de daadwerkelijke bouw van een woning. De verwachting is daarom dat de ‘reguliere’ nieuwbouw in 2023/2024 zal afnemen. De gemeente probeert hierop in te spelen met een versnelde productie van meer (al dan niet tijdelijke) woningen.
"De cijfers onderstrepen de noodzaak om van woningmarkt naar volkshuisvesting te gaan, met meer regie voor de overheid om te zorgen voor voldoende betaalbare en kwalitatief goede woningen”, zegt wethouder Dennis de Vries (wonen). “We helpen woningcorporaties om sociale huurwoningen bij te bouwen, zetten vol in op de middencategorie huur én koop en nemen maatregelen om bestaande woningen zo goed mogelijk te benutten. Denk hierbij aan het makkelijker maken van woningdelen, aanpak van leegstand en de opkoopbescherming. Dit is een proces van de lange adem, maar hopelijk kunnen we nog dit jaar bestaande huurwoningen betaalbaarder maken dankzij aanvullende regelgeving vanuit het Rijk.”

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.