In de lente is de natuur een kraamkamer: 'Ga er ook zo mee om'

Het broedseizoen is van 15 maart tot 15 juli, en nu dus in volle gang. Reeën, dassen, vogels en vossen zijn druk met het verzorgen van hun jongen, tot ze groot genoeg zijn om op eigen benen te staan. De natuur is dan dus eigenlijk één grote kraamkamer. Daarom vragen boswachters of we de natuur ook op die manier willen behandelen. Maar hoe doe je dat?

Boswachter Bob legt uit hoe dat gaat bij reeën. Wanneer ze kalfjes hebben moeten ze daar ook eten voor kunnen halen. Dan leggen ze het kalf op een veilig plekje in het bos. Daar worden de kalfjes dus alleen achtergelaten, totdat de moeder terugkomt om te voeden. Een kalfje zien liggen is hartstikke leuk, zegt de boswachter, maar je hoeft niet te denken dat het dier in nood is. Het is wel belangrijk om wat afstand te houden. Als je te dichtbij komt of op een andere manier het kalfje stoort, komt de moeder mogelijk niet meer terug.

Er zijn meer zaken om rekening mee te houden. De natuur wordt vooral verstoord door loslopende honden en mensen die van de paden wijken en door de bosvakken lopen. Daarom is het belangrijk dat je je hond aan de lijn houdt en zelf de paden volgt. Eigenlijk altijd, maar vooral in de lente.

Daarnaast blijft afval in de natuur een probleem. Maar, zegt boswachter Bob, "ik vind zelf eigenlijk dat dat gewoon het hele jaar niet de bedoeling is."

Het broedseizoen is natuurlijk niets nieuws, maar in coronatijd zagen de boswachters wel dat het veel drukker werd in het bos. Daarmee werd de verstoring van de natuur ook een groter probleem. Ondanks dat de pandemie inmiddels voorbij is, is het nog altijd drukker gebleven dan daarvoor. En zo benadrukt de boswachter, mensen zijn ook welkom, zolang ze maar rekening houden met de natuur. Zowel de jonge dieren, als bloeiende bomen en knopjes die uit de grond komen, hebben daar baat bij.