Woerden en Oudewater willen af van inkomenstoets huishoudelijke hulp uit angst voor proceskosten

Een tekort aan zorgpersoneel zorgde er vorig jaar voor dat beide gemeenten niet aan alle aanvragen van inwoners voor huishoudelijke hulp kon voldoen. Een inkomenstoets moest ervoor zorgen dat de beschikbare hulp terechtkomt bij de inwoners die het het meest nodig hebben en financieel geen andere mogelijkheden hebben.

Overigens voerden veel meer gemeenten in Nederland vorig jaar zo'n inkomenstoets in.

In een paar van die andere gemeenten heeft de rechter inmiddels geoordeeld dat zo'n inkomenseis stellen niet is toegestaan. Zo werd de gemeente Leusden vorige maand teruggefloten nadat een inwoner bezwaar had gemaakt. Het hoger beroep in die zaak loopt overigens nog.

Ook in Oudewater en Woerden heeft een klein aantal inwoners bezwaar gemaakt tegen het gebruik van de inkomenstoets, laten de gemeenten weten. Omdat zo goed als zeker is dat deze bezwaren gegrond zijn, leggen beide colleges het besluit nu opnieuw voor aan de gemeenteraden. Deze keer met het advies om te stoppen met de inkomenstoets.

Daarbij plaatsen de colleges ook de kanttekening dat als de gemeenteraden besluiten wél doorgaan met de inkomenstoets, de gemeenten de proceskosten van eventuele verloren rechtszaken moet betalen. Dit geld kan volgens hen beter besteed worden aan andere zaken, bijvoorbeeld de zorg.

Tot slot laten de gemeenten weten dat de situatie sinds het invoeren van de inkomenstoets niet veranderd is. Er is nog steeds een tekort aan huishoudelijke hulpen. De gemeenten blijven inwoners daarom vragen of zij het eventueel ook zelf kunnen betalen en organiseren. Want door te stoppen met de inkomenstoets, neemt ook het risico op wachtlijsten voor huishoudelijke hulp weer toe.