Van Rossem vertelt: Hoe een zeepfabriek het volledige dorp Den Dolder stichtte

Maarten leert alles over Dove zeep en de stank ervan
Maarten leert alles over Dove zeep en de stank ervan © RTV Utrecht
Den Dolder - Voor wie in een willekeurige supermarkt of drogisterij weleens voor het vak met persoonlijke verzorging staat, is het merk 'Dove' vast niet onbekend. Een scala aan deodorants, shampoos, bodylotions en vooral: zeep. Wat veel van mensen niét weten, is dat al die zeep vernoemd is naar een zeepfabriek die in onze provincie stond. Een zeepfabriek die ook nog eens verantwoordelijk was voor het ontstaan van het dorp Den Dolder.
Van Rossem Vertelt over het ontstaan van Den Dolder

Hoe het begon

Zeeppoeder was rond 1900 een nieuw product dat veel mensen wilden hebben. In Amersfoort begon de Duitser Christoph Pleines net buiten de Koppelpoort zijn eigen zeepfabriekje. De fabriek werd een succes en groeide in een paar jaar uit van een schuurtje naar een heuse fabriek met meer dan 60 man personeel, een kantoor, woonhuis en grote kookketels. Groot voordeel was dat er in Amersfoort een grote productiesnelheid was. Nadeel: de énorme stank.
Toen de fabriek in 1902 afbrandde, wilde het stadsbestuur deze stankoverlast niet meer terug. Pleines en zijn fabriek moesten weg uit de stad en verhuisden naar een afgelegen stuk heide in de buurt van Zeist. Ruimte zat, een spoorlijn voor de distributie om de hoek en niemand die last had van de luchtjes.

Den Dolder

Met het verhuizen van de fabriek, bouwde zeepproducent Pleines een heel dorp. Bert van Eerten van de Historische Vereniging Den Dolder, legt uit hoe Pleines de grondlegger van Den Dolder werd: "Hij bouwde woningen voor zijn personeel, maar ook een 'school met de Bijbel' voor de kinderen, er kwam een kerkzaal op de zolder van de fabriek, een postkantoor, een boerderij voor de melk en hij liet zelfs een begraafplaats stichten toen het zoontje van een van zijn werknemers overleed."
"De naam 'Den Dolder' had echter niet zijn voorkeur", lacht Van Eerten, "hij was zo gek van duiven dat hij álles vernoemde naar die dieren. Het kantoor heette 't Duivenhuis, de zeepfabriek 'de Duif' en het dorp had wat hem betreft beter 'Duivenhorst' kunnen heten."

Gloriedagen

Pleines was een trots man, die vooruit liep op wat wij nu 'marketing' zouden noemen. Zo plaatste hij advertenties waarin hij huisvrouwen prees voor het gebruik van zijn zeeppoeder en waarin hij hen waarschuwde voor 'nepzeep'. Bovendien startte hij een spaarsysteem waarmee je duivenplaatjes - ja, alwéér duiven - en -boeken kon sparen. Ook won hij in 1913 medailles voor zijn producten op de Wereldtentoonstelling in Gent. Speciaal voor die tentoonstelling werd een blok zeep gegoten van 700 kilo.
In 1909 mocht het bedrijf zich Koninklijk noemen. Het complex groeide en er kwam ook steeds meer personeel. Waren er in 1906 73 arbeiders, in 1921 was er al 151 man personeel. Gedurende bijna twintig jaar was de zeepfabriek van Pleines de grootste werkgever van Zeist.

Teloorgang

Tijdens de Eerste Wereldoorlog raakte Pleines in conflict met de Nederlandse overheid. Vetten en oliën - essentieel voor het maken van zeep - gingen op de bon en bovendien legde de staat beslag op zijn voorraad glycerine. Dat was tegen het zere been. Van Eerten: "Dat stak 'm. Hij voelde zich vreselijk benadeeld en verkocht zijn fabriek aan de Goudse kaarsen fabriek, die later overging in Unilever."
Toen Unilever in 1956 in de Verenigde Staten zeep voor persoonlijke verzorging op de markt bracht, introduceerden zij daar het merk Dove. Inderdaad: Engels voor duif.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.