Wat heb je aan een Nationaal Park? 'De natuur op een landgoed leeft niet van de lucht alleen'

Een populaire mountainbikeroute op de Utrechtse Heuvelrug.
Een populaire mountainbikeroute op de Utrechtse Heuvelrug. © ANP
Provincie Utrecht - Als het Rijk ermee instemt wordt Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug twee keer zo groot. Dan kunnen ook in Soest, Baarn, De Bilt en Amersfoort natuurbescherming en recreatie beter op elkaar afgestemd worden. Maar wat gaat er dan werkelijk veranderen?
Je ziet het direct als je er in een zonnig weekend als dit op uit trekt: het is druk in Midden-Nederland, zelfs op de plekken waar je voor je rust komt. Mountainbikers, fietsers en wandelaars - al dan niet met hond - verdringen elkaar op de vele routes langs de bosrijke heuvelrug. Voor zover ze niet onderling in conflict komen dreigen ze kwetsbare planten en dieren te verstoren. De natuur koesteren en de natuur beleven staan nogal eens op gespannen voet.

Mountainbikepad

Een maand geleden werd tussen Amersfoort en Soest een nieuwe mountainbike-pad in gebruik genomen. Sportievelingen kunnen voortaan op de pedalen tussen Amersfoort en natuurgebied Op Hees. “Dat wilden we al heel lang”, zegt Aukje Treep, wethouder van Soest. “Ook bij ons raasde een groeiend aantal mountainbikers over alle paden in de natuur. De nieuwe, afgezonderde route sluit aan op die van familielandgoed Pijnenburg. Bij de controle van het gezamenlijke vignet helpen de handhavers van de verschillende gebieden elkaar.”
Op Pijnenburg zijn ze dik tevreden over de mountainbike-route die MTB Utrechtse Heuvelrug daar onderhoudt. De familie Insinger heeft rond Lage Vuursche een groot en bosrijk gebied opengesteld voor bezoekers die ervan willen genieten. "Iedereen is welkom", zegt Per Insinger. "Vanwege de drukte hebben we mountainbikers, fietsers, ruiters en wandelaars ieder hun eigen route moeten geven. En we zoeken daarbij niet alleen naar een eerlijke verdeling van de ruimte, maar ook van de lusten en de lasten."

Familielandgoed Pijnenburg

Pijnenburg is na Den Treek-Henschoten bij Leusden en Prattenburg bij Rhenen het grootste landgoed in de provincie Utrecht. Het gebied van 350 hectare met bos en natuur, prehistorische grafheuvels, rijksmonumentale huizen en een rijksmonumentaal park is grotendeels publiek toegankelijk. Over het terrein vormen 32 kilometer aan wandelpaden, 3 kilometer aan ruiterpaden en 1,7 kilometer aan fietspaden een netwerk dat in oppervlakte 14 voetbalvelden beslaat. Een sportvereniging zou voor de huur van zoveel velden een lieve som moeten betalen. De familie Insinger stelt het gratis ter beschikking.

Op het landgoed vind je onder meer een klimbos en een theehuis dat aan exploitanten wordt verpacht. De familie noemt zich een charitatief, sociaal en maatschappelijk natuurbeheerder. Ze houdt cultuurhistorisch erfgoed in stand, helpt mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zonder daar subsidie voor te ontvangen en is verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de bossen rond Lage Vuursche. Tegenwoordig onderhoudt Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug er een mountainbike-pad van 4,5 kilometer. Ook daarbij blijven de beurzen gesloten. Pijnenburg krijgt er geen vergoeding voor en heeft er in principe verder ook geen omkijken naar.

Twee keer zo groot

Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug is, los van een organisatie met nog geen tien medewerkers, vooral een overleg tussen landschapsbeheerders, private eigenaren, overheidsbestuurders en andere samenwerkingspartners. Wat de provincie Utrecht betreft komt landgoed Pijnenburg, net als andere natuurgebieden in Baarn, Soest, De Bilt en Amersfoort, ook onder die paraplu.
Het Nationaal Park loopt nu nog van Rhenen tot de A28, maar de noordelijker gelegen gemeenten voelen zich er net zo goed bij thuis. Met goedkeuring van de minister van LNV zou de grens opschuiven naar knooppunt Eemnes. Het gebied wordt dan twee keer zo groot, maar de heuvelrug zelf natuurlijk niet. Die ligt er al 150.000 jaar.

Robuust natuursysteem

De vraag is of je zo'n enorm gebied zonder hek of toegangspoort eigenlijk wel een park kunt noemen. En wat is er precies nationaal aan een gesprekstafel waar vooral locals aanschuiven? "Dat ook het Rijk het gebied ziet als één groot en robuust natuursysteem", zegt wethouder Treep na even nadenken.
"Maar het is pas wat als we dat met elkaar waarmaken. Gemeenten zullen er bijvoorbeeld in hun omgevingsplannen rekening mee moeten houden. Het grote voordeel is dat alle betrokken partijen er met elkaar over praten - over zaken als natuurbeheer, recreatie, toerisme, verdroging - en dat er geldstromen van het ministerie bij horen."
Sommige bezoekers parkeren nog het liefst met twee voorwielen in de modder, om zo dicht mogelijk bij het bos uit te kunnen stappen
Mark Eijbaard, wethouder Baarn

Marketingmachine

Soest bezit en beheert zelf natuurgebieden en onderscheidt zich daarin van andere gemeenten in de regio. Daarom benaderde toenmalig gedeputeerde Hanke Bruins Slot juist wethouder Treep om de landgoedeigenaren ten noorden van de A28 mee te krijgen in de aansluiting bij het Nationaal Park. De eigenaren vreesden dat het een grote marketingmachine zou worden die hordes toeristen naar hun kwetsbare natuur zou lokken. "Busladingen vol, zoals in Giethoorn, dat was het schrikbeeld", zegt Treep. "Alsof de gemeenten dat wilden. Maar nee, dat is helemaal niet ons doel."
"Eigenaren willen hun landgoed graag openstellen", aldus Treep, "dat zit in hun DNA. Maar ze vragen hulp om de bezoekersstromen te kanaliseren. Laat mensen vooral komen om in alle rust van de natuur te genieten, was hun verzoek, en zet die toerismemarketing wat meer op de achtergrond. We hebben nu met elkaar afgesproken dat we daar aan gaan werken."

Toegangswegen gesloten

Dat ook gemeenten worstelen met de drukte in recreatiegebieden, blijkt in Lage Vuursche wel. Vorig jaar moest Baarn de toegangswegen regelmatig sluiten. Vooral op zondagmiddagen liet de massale toestroom van toeristen nauwelijks nog ruimte over voor de hulpdiensten. In 2019 werden 2,25 miljoen recreanten geteld en in de coronaperiode liep dat aantal op naar 3,5 miljoen per jaar. "En sommige bezoekers parkeren dan nog het liefst met twee voorwielen in de modder, om zo dicht mogelijk bij het bos uit te kunnen stappen", zegt de Baarnse wethouder Mark Eijbaard.
Topdrukte in de bossen bij Lage Vuursche, september 2022.
Topdrukte in de bossen bij Lage Vuursche, september 2022. © Caspar Huurdeman
Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug onderzoekt nu hoe bij de populaire Kuil van Drakensteyn het parkeren beter kan worden geregeld. Eijbaard: "Moet je daar een slagboom installeren, of misschien met een QR-code gaan werken? Kun je de beheerders en eigenaren helpen door daar een kleine vergoeding voor te vragen? En ook dan helpt een breed overleg met de hele heuvelrug. Want als je de ene plek te duur maakt, gaat de massa onbedoeld naar de andere."

Volgende generatie

"Er staat daar buiten een boom die mijn grootvader nog heeft geplant”, wijst Per Insinger in landhuis Pijnenburg door het venster. “Ik ben niet helemaal tevreden met waar hij hem heeft neergezet, maar ik hoop dat hij mijn kleinkinderen straks ook nog in de weg staat. Zo werkt dat op een eeuwenoud familielandgoed, het gaat om behoud. Maar als de overheid ons niet steunt, zal de volgende generatie het niet meer willen overnemen. Wat gebeurt er dan met het gebied?"
Bij het zoeken naar ‘economische dragers’ voor het landgoed kwam Pijnenburg diverse keren tegenover de gemeente Baarn te staan. "Als je cultuurhistorisch erfgoed leuk vindt, moet je er als overheid iets mee doen”, zegt Insinger. “Vergelijk het met een oude botter. Een prachtige boot, iedereen wil wel een dagje meevaren. Maar intussen betaalt de eigenaar elke dag voor het onderhoud van de zeilen en de tuigage, voor het liggeld enzovoort. En de boot is ook nog lek. Dus wat gaat de gemeente Baarn nu doen, wat is het plan van de wethouder nu Pijnenburg lid wordt van het Nationaal Park? De natuur op ons landgoed leeft niet van de lucht alleen."
Ja, ik vind het wenselijk dat Amersfoort, Utrecht en Veenendaal ook meebetalen en meedenken.
Aukje Treep, wethouder Soest

Genieten is niet gratis

De Utrechtse Heuvelrug ligt midden in verstedelijkt gebied. Daar gelden allerlei tegenstrijdige belangen. Waar de een geld investeert om het gebied te beschermen, maakt een ander winst met de vele recreanten die er komen. Volgens wethouder Eijbaard moeten we daarom anders gaan denken over onze uitstapjes naar het bos.
"Genieten op zondag is niet gratis", zegt hij. "Landgoedeigenaren maken kosten zodat jij kunt recreëren. Ze hebben een geldstroom nodig zonder dat het ten koste gaat van de natuur waar ze juist zo hun best voor doen. Je wilt op een landgoed inkomsten genereren zonder er steeds een stukje af te happen."
"Maar dat is niet makkelijk", voegt hij onmiddellijk toe. "Mensen vinden al snel wat van bijvoorbeeld betaald parkeren. De horeca zit er meestal niet op te wachten en je hebt er politiek draagvlak voor nodig. En zijn automobilisten wel bereid om het te betalen?"

Groen, gastvrij en rendabel

Door zowat het hele heuvelruggebied bij het Nationaal Park te trekken wordt het eenvoudiger om het tegelijk groen, gastvrij en rendabel in te richten. "Je moet het goed faciliteren en zoneren", zegt wethouder Treep. "Waar zijn de topattracties als het Nationaal Militair Museum in Soesterberg of Paleis Soestdijk? Waar ga je parkeren en waar rijdt het openbaar vervoer? Waar wil je hotels en waar wil je juist rust? In een Nationaal Park kun je daar veel breder over nadenken."
Een vakantiepark op de heuvelrug bij Rhenen.
Een vakantiepark op de heuvelrug bij Rhenen. © RTV Utrecht
Treep vindt het een goede ontwikkeling dat de stichting Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug de steden Amersfoort, Utrecht en Veenendaal wil overhalen om er ook iets mee te doen. "Die inwoners komen tenslotte ook naar het buitengebied en hun ondernemers hebben baat bij natuur vlakbij de stad", zegt ze. "Zijn ze bereid om er dan ook een bijdrage aan te leveren? Landgoedeigenaren hebben die steun nodig. Die moeten BOA's, boswachters en rentmeesters betalen, en zitten in oude landhuizen waar de energieprijzen zwaar op de vaste lasten drukken. Ja, ik vind het wenselijk dat de steden eraan meebetalen en ook meedenken."

Groeneveld bezoekerscentrum

Wethouder Hugo Prakke, die met Mark Eijbaard in het college van Baarn zit, ziet nog een andere kans. Hij lobbyt er met Staatsbosbeheer voor om van Kasteel Groeneveld in Baarn een bezoekerscentrum voor de Utrechtse Heuvelrug te maken. Dat landgoed is goed te bereiken, onder meer door de nabijgelegen snelweg A1.
Wandelaars bij Kasteel Groeneveld
Wandelaars bij Kasteel Groeneveld © Caspar Huurdeman
"Een bezoekerscentrum trekt mensen naar de juiste plek en we hopen die dan te verleiden om naar het centrum van Baarn te komen”, schetst Prakke die het dit jaar nog wil bespreken met het nieuwe provinciebestuur. “Daar ligt ook een kans voor ondernemers. Kijk maar naar de winkeliers in Rhenen die allemaal een panda in de etalage hebben gezet toen de twee reuzenpanda’s naar Ouwehands Dierenpark kwamen. Ze maakten zichzelf onderdeel van de beleving die een dagje dierenpark is voor bezoekers die door Rhenen rijden."

Geven en nemen

Familie Insinger heeft meegedacht over de uitbreiding van het Nationaal Park, maar is nog wel enigszins gereserveerd over wat het uiteindelijk voor landgoed Pijnenburg zal betekenen. "We zullen zien. We doen mee onder voorwaarden", zegt Per Insinger. "De verwachting is dat we op een betere manier overleggen hoe we omgaan met natuur, water en recreatiestromen. Maar ik vraag me bijvoorbeeld al heel lang af waarom Paleis Soestdijk zoveel meer met toerisme mag dan Pijnenburg. Het is geven en nemen. Het is een samenwerkingsovereenkomst en als het ons niet bevalt, stappen we eruit."
Overigens heeft de samenwerking voor het landgoed al wel iets concreets opgeleverd. Pijnenburg had zelf een vignet voor de ruiterpaden ingevoerd, voor een vergoeding om de paden te kunnen onderhouden. "Dat is een vignet van Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug geworden”, zegt Insinger. "Het heeft twee jaar geduurd voor we daar met elkaar uit waren, maar nu is behalve het onderhoud ook de veiligheidssnoei langs de paden goed geregeld. En de aansprakelijkheid voor als er iets misgaat ligt bij de provincie."
Ruitervignet voor de Utrechtse Heuvelrug (reportage uit 2022)

Dagjesmensen

Ook wethouders Prakke, Eijbaard en Treep kunnen voorbeelden noemen van hoe het Heuvelrugoverleg ze nu al voordelen heeft geboden. Prakke roemt de samenwerkingsagenda waarmee de partijen de koers van het Nationaal Park bepalen. Eijbaard is blij dat Baarn niet alleen staat als er weer een menigte dagjesmensen Lage Vuursche overspoelt. De routes en alternatieve bestemmingen kunnen nu veel breder bekend worden gemaakt.
Soest heeft met de duinen en bossen zo'n 450 hectare natuur in eigen beheer. "De paden en zo onderhouden we zelf wel", zegt Treep. "Maar via het Nationaal Park monitoren we nu welke natuurwaarden we binnen de gemeente hebben. De stichting kan heel goed voor ons uitzoeken welke projecten er nodig zijn. En de samenwerking na de valwind bij Leersum twee jaar geleden vind ik ook een mooi voorbeeld. De bomen lagen daar over elkaar en het was wekenlang te gevaarlijk om het bos in te gaan. We konden toen heel snel schakelen vanuit het netwerk van het Nationaal Park. Iedereen kwam direct bij elkaar, en dan merk je wat korte lijntjes kunnen doen. Al heel snel konden we bezoekers toelaten in natuurgebieden die wel veilig waren.”

Verder kijken

Toch hoopt Per Insinger dat Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug ook verder kijkt dan de problemen van vandaag. "De stichting zou nu haast moeten maken met een visie voor over tien jaar. Hoe moet dit natuurgebied er dan uitzien? Mensen hebben behoefte aan rust en natuur. Waar vangen we die toenemende stroom bezoekers op en welke 'voetafdruk' laten ze achter op het landgoed? Natuur, recreatie, toezicht, inrichting, zonering en de economische dragers om alles te kunnen betalen; alles komt hier samen."
De wens om het Nationaal Park uit te breiden is beschreven in een brief van de provincie Utrecht aan het ministerie van LNV. De minister zal hem naar verwachting na de zomer beantwoorden. Het provinciebestuur rekent erop dat het verzoek wordt ingewilligd, omdat de nieuwe grenzen eigenlijk vooral de samenwerking die al bestaat formeel maakt. Alle partijen die erbij betrokken zijn steunen het verzoek.

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.