Wiam maakte een film voor zijn zoontje Nour om zijn eigen vluchtverleden te verwerken

Utrecht - Schaterlachend fietst de kleine Nour op zijn fietsje door de achtertuin. Tot -ie valt. Schrik, tranen, troostende armen van papa om hem heen. Nour lacht alweer, in de volle wetenschap dat zijn vader Wiam altijd in de buurt is om hem te beschermen. Een gegeven dat Wiam op zijn beurt helemaal niet kende, toen tijdens zijn kindertijd de oorlog uitbrak in zijn thuisland Irak. Zijn vader was de grote afwezige. Een trauma dat de Utrechtse filmdocent probeert te verwerken in zijn film Mijn vader, Nour en ik.
De film is voor zijn 9-jarige zoontje, Wiam richt zijn teksten in de film direct tot hem. Hij legt Nour uit hoe het komt dat papa soms zo somber is. Dat heeft alles te maken met zijn vluchtverleden – en de effecten daarvan op het gezin Al-Zabari.
"Door direct tegen Nour te praten, kwam er wat luchtigheid in het verhaal. Ik praat bijvoorbeeld niet over 'Saddam Hoessein' maar over 'de baas van Irak'. Het was heel lang zoeken naar de vorm, maar ik merkte dat het verhaal pas echt tot leven kwam door het aan hem te vertellen. Mijn toon werd anders: grappiger, directer en luchtiger. Ik wist: hier hebben we wat."
Oe-trecht
Als jonge kinderen hebben Wiam, zijn broer en zijn zusje het goed in Irak. Er is veel geld thuis: hun vader heeft - tegen de verwachtingen van zijn jeugd in - keihard gestudeerd en een goede baan bemachtigd, hun moeder heeft een goedlopende kapperszaak en Wiam voetbalt graag met zijn vriendjes op straat. Alles verandert als de Golfoorlog uitbreekt. Wiam is dan 9 jaar, net zo oud als Nour nu is dus.
Zijn vader is opeens weg, waarheen en waarom weet de kleine Wiam niet. Even later vertrekt ook de rest van het gezin ineens, eerst met de auto, dan met het vliegtuig. Pas in dat vliegtuig vertelt zijn moeder waar ze naartoe gaan: Oe-trecht. Hij zoekt het op in de atlas, maar kan de stad Utrecht niet vinden onder de letter 'O'.
Nederland dus, waar zijn vader dan al is. Ze gaan van een riant huis in Bagdad naar een klein flatje in Kanaleneiland. "Het enige dat ik van Nederland wist, ging over voetbal: Van Basten, Gullit, Koeman. Toen ik landde in Nederland, ging ik de volgende dag al naar school. Moest ik ineens fietsen op een fietspad. Ik heb in die tijd heel veel verhalen verzonnen, als mensen vroegen waarom we in Nederland waren. Want ik wist helemaal niet wat er aan de hand was."
Toneelspel
Toen zijn zoon Nour hem vader maakte, was dat direct stof tot nadenken over de relatie met zijn eigen vader. De man die zo onbereikbaar was toen ze net in Nederland waren aangekomen. "Hij speelde een toneelspel, om ons te beschermen", begrijpt Wiam nu. "Hij deed of alles goed met hem ging, wij hadden door dat wij zijn toneelspel mee moesten spelen om hem juist te beschermen. En zo leefden we eigenlijk compleet langs elkaar heen."
Ik begreep niet hoe die mensen over 'gelukszoekers' konden spreken. Ik dacht: je wéét toch hoe het voelt om te vluchten?
Die tijd is voorbij, over het hoe en waarom van hun vlucht wordt in huize Al-Zabari inmiddels wél gepraat. Directe aanleiding is het maken van zijn film. "Ik zeg als filmdocent altijd tegen mijn leerlingen dat ze persoonlijke onderwerpen juíst moeten aansnijden. Practice what you preach, dacht ik: het wordt hoog tijd dat ik zelf aan de slag ga met mijn eigen persoonlijke onderwerp."
Dat moment kwam in 2015, toen de vluchtelingenstroom uit Syrië op gang kwam. Wiam zag om zich heen vooral onbegrip. "Nederland reageerde verschrikkelijk. Ik kwam in wijken als Lunetten en Overvecht, waar mensen - nota bene zelf van kleur - zeiden dat ze geen azc in hun wijk wilden. Ik begreep niet hoe die mensen over 'gelukszoekers' konden spreken. Ik dacht: je wéét toch hoe het voelt om te vluchten?"
De berichten over migranten op rubberen bootjes, de hartverscheurende foto's in de kranten en het onbegrip in Nederland: het was allemaal zo anders dan hoe zij destijds waren ontvangen.
"Dat doet me nog steeds pijn. Als ik iemand uit Syrië ontmoet, die eruit ziet zoals ik en hetzelfde accent heeft, me vertelt dat zijn dochtertje is verdronken tijdens de vlucht op een rubberen boot dan breekt mijn hart. Ik voel me altijd schuldig als ik daarna weer thuis naar mijn eigen gezin en het veilige dak boven mijn hoofd ga, ik ga echt kapot aan die verhalen. Goede of slechte argumenten tegen de vluchtelingenstroom ten spijt: ik kan niet anders dan strijden voor hen."
Confronterend besef
Toen in 2015 de vluchtelingencrisis uit Syrië begon was Wiam net vader geworden van Nour. "Ik werd soms bang van die rol. Toen besefte ik dat het tijd werd om met mijn eigen vluchtverleden aan de slag te gaan, de relatie met mijn eigen vader te onderzoeken. Eindelijk de gesprekken te voeren die we eerder niet voerden."
Het zal dan nog jaren duren voordat de film er eindelijk is. "Het was nogal een proces", vat de HKU-docent de periode samen.
Maar na talloze gesprekken met zijn zusje, zijn oudere broer, zijn ouders en natuurlijk met Nour is de film er nu. "Dat werd ook tijd, want Nour vroeg steeds wanneer hij nou eindelijk af was. En er was geen mooier moment, want Nour is inmiddels 9 jaar oud. Net zo oud als ik toen de oorlog in Irak uitbrak. Een confronterend besef."
De film is in première gegaan op het Movies that Matter-festival in Den Haag. Hij is donderdag 1 juni om 22.15 uur te zien op NPO 2. Ook organiseren de makers impact avonden in Utrecht, waar de film wordt getoond en nagesprekken worden gevoerd.
De eerstkomende avonden zijn:
- 4 juni - Midzomerfestival - Vechtclub XL
- 8 juni. - De Huiskamer-Pahud
- 12 juni - A Beautiful Mess (met diner)
- 15 juni - De Nieuwe Jutter
Toegang is gratis, inschrijven kan via deze website. "Iedereen is welkom", benadrukt Wiam. "Vluchtelingen, maar ook mensen die gewoon geïnteresseerd zijn of bijvoorbeeld zorgprofessionals zijn van harte welkom. We hopen dat deze avonden voor verbinding zorgen."