Wat betekent afschaffing van de vrijwillige ouderbijdrage voor Utrechtse scholen?

Provincie Utrecht - Willen Utrechtse scholen wel dat de vrijwillige ouderbijdrage wordt afgeschaft? Het bedrag dat ouders betalen voor schoolgaande kinderen, is nergens zo hoog als in de provincie Utrecht. Maar het verschil tussen scholen is ook groot: van 25 euro tot uitschieters van 700 of zelfs 1150 euro. Betekent afschaffing een verlichting voor ouders en gelijkere kansen, of een verarming van het onderwijs?
Verschillende ouder-, leerling- en onderwijsorganisaties roepen de Tweede Kamer in een brief op om de vrijwillige ouderbijdrage af te schaffen in het basisonderwijs. In 2021 is al in de wet vastgelegd dat kinderen nooit buitengesloten mogen worden van activiteiten als hun ouders geen bijdrage hebben gedaan. Een goede ontwikkeling, vinden de organisaties, maar een nadelig gevolg is dat de verschillen tussen scholen groter worden.
De vrijwillige ouderbijdrage
De vrijwillige ouderbijdrage is een niet-verplichte financiële bijdrage die ouders jaarlijks kunnen doen aan de school van hun kind. De bijdrage is bedoeld voor activiteiten buiten de lessen om. Het geld wordt vooral besteed aan vieringen als Sinterklaas en schoolreisjes.
Schoolreisjes en springkussens
Bij de Johannes Bogermanschool in Houten wordt voor het eerste kind ongeveer 45 euro aan bijdrage gevraagd; een gangbaar bedrag. Directeur Bas Dubbeldam zou het een verarming vinden als dat budget wegvalt. "Wij gebruiken het voor schoolreisjes en bijvoorbeeld voor springkussens bij feesten of uitstapjes. Als je al die dingen toch door wil laten gaan dan moet je naar het reguliere budget kijken. Maar dat gaat dan wel om ingrepen in het primaire proces van het onderwijs", aldus Dubbeldam.
Het zou gewoon minder leuk en gezellig zijn.
Dubbeldam memoreert hoe schoolreisjes ooit in het leven zijn geroepen omdat veel kinderen niet de gelegenheid hadden om een uitstapje te maken met hun ouders. "Je kan je afvragen: zijn bepaalde zaken zijn uit het verleden nog wel nodig? Maar het sociale klimaat in de groep is ook belangrijk, en dat verandert als de kinderen een keer niet op school zijn. Het zou gewoon minder leuk en gezellig zijn." Op de basisschool in Houten heeft 99 procent van de ouders ook geen problemen om de bijdrage te betalen, volgens de directeur.
Afschaffing biedt mogelijkheden
Op basisschool de Veldrakker in Nieuwegein zitten ze ook met de vrijwillige ouderbijdrage in hun maag.
Dat is bij openbare basisschool De Veldrakker in Nieuwegein sinds de wet van 2021 wel anders. De afgelopen twee jaar komt de school elk jaar geld tekort voor het schoolreisje, Sinterklaas, en meer van zulke activiteiten die wel verwacht worden. De bijdrage ligt daar rond de 30 euro, maar aangezien toch een flink aantal ouders dat niet of niet voor alle kinderen betalen, is het elk jaar weer een puzzel. Directeur Eelco Dam vertelt: "we krijgen soms steun van de oudervereniging, en we hebben afgelopen jaren ook veel geld uit onze stichting eraan besteed, maar dat kan je niet blijven doen."
Daarom denkt de directeur dat afschaffing van de bijdrage ook perspectief biedt op andere mogelijkheden. "Wanneer we ons niet op de ouders kunnen beroepen, kan je wel aan andere dingen denken, zoals bijvoorbeeld een sponsorloop", vertelt Dam optimistisch. Het is in ieder geval duidelijk dat de vrijwillige ouderbijdrage hoe die nu georganiseerd is, niet afdoende is om er de activiteiten zoals we die gewend zijn, te organiseren.
Peanuts voor het rijk
Volgens Ouders & Onderwijs, één van de organisaties die oproept tot afschaffing van de bijdrage, is het daarom essentieel dat de bijdrage in het vervolg door het Rijk betaald wordt. "Het is niet de bedoeling dat de activiteiten die er nu mee georganiseerd worden, straks wegvallen als de bijdrage wordt geschrapt", zegt voorzitter Lobke Vlaming. "Bovendien is het helemaal niet zo'n groot bedrag. Als je kijkt naar wat onderwijs kost in de landelijke begroting, is dit echt peanuts." Dan gaat het over de gemiddelde bijdrage.
Bij 95 procent van de scholen ligt de bijdrage tussen de 38 en 46 euro, bleek uit onderzoek in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Maar er zijn zo'n 140 scholen die meer dan 100 euro vragen, en rond de 20 scholen vragen zelfs meer dan 500 euro per kind per jaar. Voor deze scholen zou een verbod op de bijdrage en een budget van ongeveer 50 euro dus al snel een halvering of zelfs een decimering van dit budget betekenen.
Decimering van het moestuin-budget
Scholen in die laatste categorie zouden de bijdrage volgens het onderzoek ook gebruiken voor de inzet van extra personeel. Basisschool de Werkplaats is een voorbeeld van zo'n school. Die vraagt jaarlijks tot ongeveer 700 euro - afhankelijk van het inkomen van de ouders- voor het eerste kind, maar dat betekent ook: kleinere klassen, bossen, en een heuse boerderij en moestuin op school. De school laat in een reactie aan RTV-Utrecht weten dat "het bestuur niet de behoefte heeft om in de media op dit onderwerp te reageren." Lobke Vlaming zegt over dergelijke scholen: "Tsja, je ziet ook wel dat het bij sommige scholen best wat minder mag. Zeker als je ziet dat andere scholen echt tekort komen. Wij vinden dat niet wenselijk. Je wil dat alle kinderen dezelfde toegang hebben tot uitjes en activiteiten buiten de les."
Volgens Eelco Dam van de Veldrakker is dat één van de twee opties die we hebben. Als dat geld niet voor alle scholen in Nederland beschikbaar wordt gesteld, zit er maar één ding op, vindt hij. "Dan moeten we met elkaar de maatschappelijke discussie aangaan van: willen we dit soort activiteiten nog blijven doen, en moet dat niet ergens anders uit komen? Is een school niet om te leren?"