Kom jij straks makkelijker aan een huis door de aangepaste Huisvestingswet? ‘Het maakt de koek niet groter’

© RTV Utrecht / Annemarie de Wit
Provincie Utrecht - Gemeenten krijgen meer mogelijkheden om woningen te gunnen aan bijvoorbeeld eigen inwoners of mensen met cruciale beroepen. Daar ging een meerderheid van de Tweede Kamer gisteren mee akkoord. Dat de Huisvestingswet voorzicht op de schop gaat, is een verstandige maatregel, denkt hoogleraar Edwin Buitelaar van de Universiteit Utrecht. “De wijziging kan huiszoekers die nu vaak achter het net vissen tóch een kans te geven.“
Wat er precies anders wordt? Dat is dat de helft van alle huurwoningen en van nieuwe ‘goedkopere’ koopwoningen door gemeenten straks toegewezen mag worden aan mensen uit de eigen gemeente, of mensen met een zogenoemd cruciaal beroep. Denk aan de leraar of verpleegkundige. Mensen die nu moeilijk aan een betaalbare woning kunnen komen, moeten door de wetswijziging beter geholpen kunnen worden.
Buitelaar, bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, is voorzichtig optimistisch over het wetsvoorstel van minister Hugo de Jonge. Hij denkt ook, zeker als het gaat om koopwoningen, dat het gemeenten meer mogelijkheden en vrijheden oplevert. "Bij huur kon je al sturen op wie die woning betrekt. Daarvoor bestaat een toewijzingssysteem dat rekening houdt met de gebondenheid van mensen. Bij koopwoningen kenden we dat nog niet."

'Het maakt de koek niet groter'

Toch zouden er voor het huursegment ook nadelen op de loer liggen. "Bovenop een aantal andere maatregelen die zijn genomen, zoals het optrekken van de huurgrens, kan het een huurprijsdempend effect veroorzaken. En dat kan ervoor zorgen dat investeerders nóg iets minder in huurwoningen in de vrije sector investeren en het huursegment kleiner wordt. Dat is een nadeel, want dat dit segment vervult toch een zekere schakelfunctie in de woningmarkt."
De verwachte wetswijziging veroorzaakt, mede daarom, een soort tweeledigheid bij Buitelaar. “Aan de andere kant gaat het om een herverdeling van een woningaanbod dat niet groter wordt. Het is uiteindelijk het opnieuw verdelen van dezelfde koek. Het totale woningaanbod groeit er niet door.”
Dit dé oplossing voor het woonprobleem noemen, gaat te ver
Matthijs ten Broeke, woordvoerder van de Woonbond
Ook Matthijs ten Broeke, woordvoerder van de Woonbond, is voorzichtig positief. “Het blijft hoe dan ook het verdelen van een schaarste. Het is logisch dat dit gebeurt, en ook zeker eerlijker voor een boel mensen, maar dit dé oplossing voor het woonprobleem noemen gaat te ver.”
Hij zou dan ook liever zien dat er eens aan, zoals hij zelf zegt, grotere knoppen gedraaid wordt. “Belangrijker is dat woningcorporaties een grotere rol zouden moeten spelen. Zij hebben de mogelijkheden om nieuwbouw te plegen. Nu worden ze, met name door de vele belastingen, nog te veel beperkt in hun financiële ruimte.”

Zeer verheugd

Terug naar de veranderingen in de Huisvestingswet. De Jonge streefde eerder al naar het bouwen van 100.000 nieuwe huizen per jaar. Daar moest hij later van terugkomen. Met het recente sleutelen aan deze wet wil hij alsnog frisse lucht in de oververhitte woningmarkt blazen.
Maar niet het hele plan werd gisteren goedgekeurd. De Jonge wil bijvoorbeeld dat gemeenten huiseigenaren kunnen dwingen hun woning alleen nog te verkopen aan mensen met een lager- of middeninkomen. Maar voor dat voorstel kreeg hij de handen niet op elkaar in de Kamer.
En met dat laatste is Vereniging Eigen Huis zeer verheugd. "Dat was een té ingrijpende maatregel geweest", zegt woordvoerder Valeska Hovener. "Eentje die impact heeft op de keuzevrijheid van huisbezitters. Als zij hun huis hadden willen verkopen dan was met die wijziging de groep met potentiële kopers een stuk kleiner geworden. In dat geval heb je als eigenaar het risico akkoord te gaan met een lager bod en overwaarde mis te lopen. Terwijl een huis voor velen een investering is, misschien om later via de verkoop weer iets groters van te kopen.”
Ook Buitelaar begrijpt dat dit voorstel van De Jonge niet op een meerderheid van stemmen in Tweede Kamer kon rekenen. “Al had het wel een groter verschil gemaakt, het is natuurlijk een gigantische voorraad die je erbij had gekregen. Maar met die wijziging had je niet alleen de groep potentiële kopers kleiner gemaakt, de verkoopprijs van een huis zou er ook door kelderen. Dat heeft een vermogensdrukkend effect op veel mensen en is iets waar je goed over na moet denken. Ik wil niet zeggen dat je daar nooit aan mag komen, maar het vraagt misschien iets meer discussie dan een snelle reparatie van de wet.”

Verre van wenselijk

De zogeheten cruciale beroepen dan. Voor die groep, bestaande uit bijvoorbeeld agenten, leraren en verpleegkundigen, moet het straks met de wijziging makkelijker worden een woning dichtbij hun werklocatie te vinden. “Precies waarvoor we gepleit hebben”, stelt Hovener van Vereniging Eigen Huis. “Een basisschooljuf of politieagent moet niet een uur naar zijn of haar werk hoeven reizen, omdat ‘ie in zijn of haar eigen dorp geen woning kan vinden. Dat is verre van wenselijk. Het gaat hier om een groep die amper hybride kan werken. Voor hen is het juist prettig om binnen de eigen gemeente te wonen en werken.”
Ik denk dat je als gemeente goed moet nadenken over hoe je het straks in wil zetten
UU-hoogleraar Edwin Buitelaar
Ten Broeke van de Woonbond is het met Hovener eens. Al ziet hij vooral het grotere plaatje. “Dat er uitzonderingen mogelijk gemaakt worden voor bepaalde beroepsgroepen zegt vooral iets over hoe ver het nu gekomen is. Het is vooral het gevolg van het feit dat wonen schrikbarend duur is geworden. Zelfs voor mensen met een normale baan is een woning niet altijd meer bereikbaar. Deze uitzondering is te begrijpen, maar de kwestie daarachter is nog interessanter, want we moeten vooral iets aan de oorzaak gaan doen.”

De volgende stap

Terug naar het hoofdthema dan, want gaat de wijziging van de Huisvestingswet wel ver genoeg? Een lastig vraagstuk, vindt UU-hoogleraar Buitelaar. “Het roept vooral een vervolgvraag op, namelijk: wat voor stad wil je zijn? Neem Utrecht, een stad die leeft bij de gratie van instroom van buitenaf. Het is een internationale stad, een jonge stad ook. Dat meewegend maakt de wijziging een vergaand instrument. Ik denk dat je als gemeente goed moet nadenken over hoe je het straks in wil zetten.”
De aangepaste wet gaat nu nog naar de Eerste Kamer, naar verwachting kan ‘ie volgend jaar ingaan. Mocht het zover zijn, zou Buitelaar eerst zowel het bestuur van de gemeente als de raad adviseren er goed met elkaar over in gesprek te gaan. “Wil je het überhaupt gebruiken? En zo ja: voor een deel of voor de volle 50 procent? En ga je je op die cruciale beroepen richten of vooral op de eigen inwoners? Dat soort keuzes moeten straks gemaakt worden.”

Heb je een tip of opmerking? Stuur ons je nieuws of foto via WhatsApp of mail.