Treinreizen weer vier procent duurder

UTRECHT - Treinkaartjes van de NS worden per 1 januari gemiddeld vier procent duurder. De NS heeft de prijsstijging maandagavond bekendgemaakt. Volgens afspraken met het ministerie mag de NS de prijs van een treinkaartje maximaal laten stijgen met de inflatie (1,5 procent) plus 2 procent. De NS laat de reiziger echter ook opdraaien voor de stijgende vergoeding die het bedrijf moet betalen voor het spoorgebruik (infraheffing). Te mager De consumentenorganisaties Rover en de Consumentenbond vinden dat het treinkaartje hooguit 2,25 procent meer mag gaan kosten. Zij vinden de kwaliteit van de NS nog te mager om een verhoging van 4 procent door te voeren. Rover vindt dat de NS niet moet opdraaien voor een hogere infraheffing, omdat treinen nog steeds te lijden hebben van storingen aan rails, seinen en bovenleiding. SP-Kamerlid Arda Gerkens spreekt zelfs van klantenbedrog. Zij begrijpt niet waar de NS "het lef vandaan haalt" om de prijsverhoging door te voeren, omdat de prestaties volgens haar nog altijd te wensen overlaten. Nog eens 2 procent De jaarlijkse prijsverhoging van 1 januari staat los van de afspraak die de consumentenorganisaties hebben met de NS over een eventuele extra prijsstijging. Als de vervoerder 84,4 procent van de treinen op tijd laat rijden, mag hij de treinkaartjes nog eens 2,075 procent duurder maken. Daardoor zouden NS-kaartjes in één jaar tweemaal in prijs kunnen stijgen. Maar volgens Rover is de stiptheid daar momenteel nog niet goed genoeg voor.