Traumahelikopter vaak niet nodig

PROVINCIE UTRECHT - In bijna de helft van de gevallen blijkt een opgeroepen traumahelikopter uiteindelijk toch niet nodig. De vier Nederlandse traumaheli's vlogen in 2011 ruim 4600 keer uit. In 2600 gevallen konden zij hulp bieden en in 2000 gevallen (43 procent) werden zij teruggeroepen.
Dit blijkt uit cijfers die het Landelijk Netwerk Acute Zorg aan ANP en Sargasso.nl verstrekte. De heli gaat direct op weg als die hiervoor een signaal krijgt van de meldkamer na een 112-melding en ook gaat altijd een ambulance naar een oproep toe.
"Ter plaatse blijkt regelmatig dat de situatie minder ernstig is dan het in eerste instantie leek, of blijkt dat de persoon juist al is overleden", zegt Jens Valk, arts van het Mobiel Medisch Team. "We vliegen liever een paar keer te veel uit dan een keer te weinig."
De helikopters brengen onder meer een trauma-arts, die meer medische handelingen mag doen dan ambulancemedewerkers. Bij slecht weer of als de helikopter niet goed kan landen, gaat het team met de arts over de weg naar een noodsituatie toe. In 2011 gebeurde dit ongeveer 1600 keer. In ruim 40 procent van de gevallen werd het team halverwege teruggeroepen.
LOCATIE
Meestal wordt een patiënt niet meegenomen door de helikopter. Alleen als een kind of een slachtoffer met zware brandwonden snel naar een gespecialiseerd ziekenhuis moet, wordt de brancard in de heli geladen. Dat geldt ook voor zwaargewonde patiënten op een eiland.
In de regio Utrecht rijdt de trauma-arts vaker met de patiënt in de ambulance mee naar het ziekenhuis en haalt de helikopterpiloot hem daar later weer op.
De traumahelikopters zijn in 2011 een recordaantal keer in actie gekomen. Ten opzichte van 2008 werden zij 15 procent meer opgeroepen. Dat komt doordat de heli's nu ook 's nachts mogen uitvliegen. Bovendien weten meldkamers de trauma-artsen steeds beter te vinden.
Nederland telt vier plekken van waaruit de trauma-heli's worden ingezet. Naast Groningen is dat Rotterdam, Amsterdam en Nijmegen.