OM mag moeder moordverdachte zaak-Pott niet gijzelen
UTRECHT - Het Openbaar Ministerie (OM) mag de moeder van een moordverdachte in de zaak-Pott niet langer in gijzeling houden. Dat heeft de rechtbank in Utrecht bepaald. De vrouw is donderdag onmiddellijk vrijgelaten.
De rechtbank bepaalde dat de moeder zich terecht van haar verschoningsrecht gebruik heeft gemaakt en dat zij niet kan worden gedwongen om vragen te beantwoorden die mogelijk belastend zijn voor haar zoon.
De zoon is verdachte in het onderzoek naar de moord op de Utrechtse slager Pott. Die is vorig jaar bij een inbraak in zijn woning in Zeist om het leven gekomen. De moeder verklaarde eerder dat haar zoon was getipt dat de slager veel geld in huis had, maar wilde daar bij de onderzoeksrechter niets meer over zeggen. Ook op vragen over haar eveneens aangehouden neef wilde zij niet antwoorden.
De onderzoeksrechter oordeelde dinsdag dat ze zonder wettige grond zweeg en liet haar in gijzeling nemen. De moeder ging daar direct tegen in beroep.
Volgens de rechtbank kan iemand zich beroepen op het verschoningsrecht als de vragen van de onderzoeksrechter gaan over bloed- of aanverwanten in de rechte lijn, zoals bij de zoon het geval is. De moeder hoeft bovendien geen vragen te beantwoorden die niet direct over haar zoon gaan, maar bijvoorbeeld over de neef, aangezien de wetgever voorrang geeft aan de bescherming van de familierelatie boven de verplichting om te getuigen.
Het OM wilde weten wie destijds de tipgever is geweest. In de zaak zijn vier verdachten aangehouden.
