Duitse stichting geeft Huis Doorn weer hoop
DOORN - Een Duitse stichting heeft Museum Huis Doorn woensdag weer een sprankje hoop gegeven voor de toekomst. De Stiftung Preussischer Schlosser und Garten wil meedenken over het voortbestaan van het museum, zegt directeur Herman Sietsma van Huis Doorn.
Om de gesprekken met de stichting over een eventuele financiële bijdrage te kunnen voeren, moet het museum echter nog wel open zijn. Dat is alleen mogelijk als minister Jet Bussemaker van Cultuur haar voorgenomen bezuiniging halveert. Een bijdrage van 100.000 euro van het Rijk, bovenop de al toegezegde 211.000 euro, zou de deuren open kunnen houden, aldus het museum.
Bussemaker zei eerder deze week dat het museum nog geld kan krijgen voor projecten. Bijvoorbeeld als het zich zou richten op de herdenking van de Eerste Wereldoorlog. Ook kon samenwerking met andere musea volgens haar nog uitkomst bieden voor de financiële problemen van het museum.
Ze herhaalde echter ook dat de collectie van Huis Doorn, waar overigens deze week twintig kostbare historische voorwerpen werden gestolen, niet van nationaal belang is. Daarom krijgt de instelling geen rijkssubsidie meer voor de exploitatie. Wel is er nog geld voor de huisvesting en het onderhoud van de collectie.
Het museumbestuur hoopt dat de Kamer Huis Doorn donderdag redt. Er wordt onder meer gestemd over een voorstel van CDA-Kamerlid Mona Keijzer, die vraagt om een extra bijdrage van 100.000 euro. Ze wil eenzelfde bedrag beschikbaar stellen voor Slot Loevestein, dat ook wordt gekort door Bussemaker. Eerder deze week werd het Rijksmuseum Twente al behoed voor sluiting.
Huis Doorn is vooral bekend omdat de Duitse keizer Wilhelm II er vanaf het eind van de Eerste Wereldoorlog tot aan zijn dood in 1941 woonde. Het is een van de weinige plekken in Nederland waar herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog tastbaar aanwezig zijn.
