Judoka Noël van 't End droomt na wereldtitel ook al over de Olympische Spelen

De 28-jarige Van 't End klopte in de klasse tot 90 kilogram vorige week de Japanner Shoichiro Mukai (met waza-ari, de op één na hoogste score die behaald kan worden) tijdens een spannende eindstrijd in Tokio. Hij deed dat op de heilige grond van de Nippo Budokan, dezelfde hal als waar Utrechter Anton Geesink in 1964 olympisch kampioen werd. De Spelen worden daar volgend jaar ook weer gehouden.

"Hij komt daar nu echt wel anders binnen", zegt vader Peter van `t End. "Dit geeft hem een enorm stuk zelfvertrouwen. Volgend jaar loopt hij die hal in en dan krijgt hij het gevoel terug van: Hé, ik ben hier wereldkampioen geworden."

Vader en zoon zaten vandaag in de studio bij het RTV Utrechtprogramma UVandaag. Ze zijn redelijk vers terug uit Tokio en de blauwe plekken van de finalepartij zitten bij Joël nog in het gezicht. "Die grote bult die er zat, is nu blauw geworden, ja."

Vader Peter zegt "apetrots" te zijn op de prestaties van zijn zoon en de blauwe plekken neemt hij graag voor lief: "Hij had ook op dammen kunnen gaan, dan was het al een stuk minder geweest. Maar hij koos voor judo. En het is nu eenmaal zijn passie, en die volgt hij. Dat kan je alleen maar aanmoedigen."

Als Noël de beelden van de finalepartij weer terugziet noemt hij het "nog steeds ongelofelijk" dat dit hem is overkomen. "Ik heb hier zo intens hard voor getraind en zoveel dingen voor moeten doen en moeten laten. Dit is echt heel mooi."

De judoka traint twee à drie keer per dag en zeker drie maanden per jaar zit hij in het buitenland. "Je moet er veel voor laten, maar dan heb je ook wat", zegt hij. Toch ging de weg naar het wereldkampioenschap niet over rozen. De vorige Olympische Spelen in Rio liepen uit op een deceptie en vorig jaar stonden vader en zoon na een verliespartij in Den Haag ook nog buiten met de pest in het lijf. Het kan elke keer een kantelpunt zijn, zegt vader Peter.

"Ik zei toen: jongen, je moet doen waar je gelukkig in bent. En als dat stoppen is met judo, dan moet je stoppen met judo. Maar als je er nog gelukkig van wordt, dan moet je doorgaan."

Volgens Noël is hij uiteindelijk altijd blijven geloven "dat er meer in zit". Hij droomt nu dus ook al voorzichtig van winst op de Spelen. "Dan hoor ik echt in het grote rijtje thuis."