Zelfs grootste club van de provincie voelt financiële pijn van coronacrisis
UTRECHT - Sportclubs voelen de financiële pijn van de coronacrisis. De clubhuizen en kantines zijn al bijna twee weken dicht en dat leidt tot een fikse inkomstenderving. NOC*NSF maakte donderdag al bekend een steunfonds op te richten om clubs te helpen.
KAMPONG
Zelfs de grootste vereniging van de provincie Utrecht, hockeyclub Kampong (3.500 leden), heeft veel last van de sluiting van het sportpark. Een zo grote vereniging wordt deels als een bedrijf gerund en heeft zo'n 30 betaalde part-time medewerkers en zzp-ers in dienst, die samen met vele vrijwilligers de club draaiende houden. "Zij zijn voor (een deel van) hun inkomsten afhankelijk van ons", schrijft penningmeester Cees Vernooij op de website aan de leden. "Ook hebben we kosten en huur voor clubhuis, velden en onderhoud. Die lopen allemaal door."
NOODFONDS
Daarnaast heeft de club te maken met wegvallende inkomsten, zoals baromzet, verhuur aan derden en evenementen. Kampong heeft inmiddels een beroep gedaan op het door de overheid ingestelde noodfonds, zegt Vernooij. "We vragen onze leveranciers hetzelfde te doen om zodoende richting Kampong Hockey coulant te kunnen zijn. We zijn in gesprek met de verhuurders over tegemoetkoming en uitstel van huurbetalingen."
BEROEP OP LEDEN
Veel leden vragen de club of zij een deel van de contributie terug kunnen krijgen. Op die vraag heeft de penningmeester nog geen antwoord. "We weten niet hoe lang dit gaat duren. Formeel is er sprake van overmacht: het valt de vereniging niet te verwijten dat we niet op Kampong mogen hockeyen."
Vernooij doet daarbij ook een beroep op het clubgevoel van de leden. "We zijn een vereniging, een familieclub. Met elkaar en voor elkaar, in goede tijden en slechte tijden. Juist nu hebben we elkaar en de contributie-inkomsten extra hard nodig. We kunnen dan als nette werkgever onze verplichtingen nakomen en leveranciers die het ook moeilijk hebben steunen."